Paard&Organisatie | RUITER- EN MENROUTES LIMBURG
Onderhoud ruiter- en menroutes
‘De route voelt echt als mijn achtertuin’
In Noord- en Midden-Limburg hebben allerlei partijen elkaar gevonden om meer dan duizend kilometer aan ruiter- en menroutes te kunnen onderhouden. Professionele organisaties, de KNHS incluis, spelen een rol bij dit schoolvoorbeeld van goed onderhoud, maar het zijn enthousiaste vrijwilligers die de basis leggen voor alle gratis en goed toegankelijke routes.
Tekst Peter van Pinxteren Beeld Diana Bloemendal
De lange, brede zandpaden, die voor ons liggen, lijken diep in het bos te verdwijnen. Te paard zouden ze direct uitnodigen om gebruik van te maken, maar jammer genoeg zijn we nu te voet in dit aantrekkelijke natuurgebied in Noord-Limburg. Henk Heijligers vertegenwoordigt Het Limburgs Landschap, eigenaar van dit deel van Nationaal Park De Maasduinen. Terwijl onze fotograaf de deelnemers aan het gesprek in een voor hen tamelijk natuurlijke habitat vastlegt, vertelt Henk over de pracht van het gebied. Hij wordt daarin aangevuld door Dorry Haanen. Zij kent de lokale routes als haar broekzak en maakt er zelf veelvuldig gebruik van. Samen met Ruud Pruijsten en Willem Peters maakt Dorry deel uit van de Limburgse vrijwilligersafvaardiging van vandaag. Zij willen ons maar al te graag bijpraten over de wijze waarop ‘hun’ uitstekend bewegwijzerde ruiter- en menroutes het hele jaar rond zo mooi blijven, zoals ze er actueel bijliggen. Veelzeggend is misschien wel dat hier helemaal niets meer herinnert aan de storm, die vrij kort geleden ook door dit Nationaal Park raasde. De mate van betrokkenheid van Dorry komt op zijn beurt naar voren als ze haar ongenoegen uit over een recent geparkeerde auto in het bos, recht voor een carterbreker.
Nikolien: ‘De vrijwilligers gaan twee ronden per jaar op pad om alle routes te controleren’
De chauffeur blokkeerde het betonnen obstakel, juist aangelegd om auto’s te weren van het pad, en ontzegde hiermee de ware gebruikers de toegang. “Ik ging het gesprek aan”, vertelt Dorry onomwonden. “Uiteindelijk kon ik hem overtuigen van mijn betrokkenheid bij dit gebied dankzij het pasje dat ik van het routebureau heb gekregen.”
DERTIEN GEMEENTEN Het woord ‘routebureau’ is gevallen. In deze regio hebben we het dan over het Routebureau Noord- en Midden-Limburg. Nikolien van Isterdael is hiervan de manager. Het is geen toeval dat zij een centrale plek inneemt aan de gesprekstafel van het prachtig gerenoveerde kantoor van Het Limburgs Landschap, waaraan we na ons bosbezoek plaatsnemen. Haar routebureau vormt de spil bij het huidige onderhoud van de ruiter- en menpaden. Nikolien legt uit: “Wij verzorgden als routebureau altijd al het beheer en onderhoud van het fietsnetwerk voor dertien Limburgse gemeenten, die bij ons zijn aangesloten. Naast de fietsroutes beheert en onderhoudt het routebureau ook de wandelnetwerken. Deze zijn in eigendom van de gemeenten en door verschillende vrijwilligers ontwikkeld vanuit de dorpsraden en -kernen. Zij zien ze als hun route en willen deze graag beheren en onderhouden. Als routebureau zorgen we ervoor dat deze vrijwilligers twee keer per jaar, via twee rondes, op pad gaan en dat werkt ook zo voor het ruiteren. Zeven tot acht van de dertien aangesloten gemeenten laten het beheer en onderhoud van hun ruiter- en menroutes door ons doen. De betrokken vrijwilligers gaan op pad in het voorjaar en in het najaar en alle meldingen over bewegwijzering, ondergrond, zwerfvuil, noem maar op, geven ze aan ons door. Dat gebeurt allemaal digitaal.”
LANG TRAJECT Gastheer Henk Heijligers onderbreekt Nikolien en wil graag het voortraject niet onvermeld laten. Voordat routenetwerken überhaupt onderhouden kunnen worden, moeten ze eerst worden aangelegd. Hier is een lang traject aan vooraf gegaan (zie ook kader onderaan), waarin naast alle vrijwilligers ook de KNHS een rol speelde. Het resultaat mag er zijn. Vandaag de dag ligt er 1.250 tot 1.300 kilometer aan ruiter- en menroutes in Midden- en Noord-Limburg. Nikolien: “Eigenlijk heb je nu vanaf Mook en Middelaar tot en met Roerdalen en Maasgouw, en alles wat tussen de provincie- en landsgrenzen in ligt, één groot ruiter- en mennetwerk. Je kan dus van het noordelijkste puntje van Mook helemaal naar Nationaal Park De Meinweg rijden in Midden-Limburg. Daarnaast kun je nog naar GrensPark Kempen~Broek in Weert en Nederweert en hebben we aansluitingen naar routes in België en Duitsland.”
Limburg profileert zich graag als paardensportprovincie en maakt dat ook op recreatief gebied waar
V.l.n.r. Henk, Nikolien, Ruud, Dorry en Willem.
Fervente liefhebbers van buitenrijden Dorry (links) en Ruud zijn betrokken bij het onderhoud van de routes in hun eigen gebied.
Ook Routebureau Noord- en Midden-Limburg maakt dankbaar gebruik van het digitale EasyGIS systeem.
Iedere donderdag controleert Willem de routes en verricht hij eventueel snoeiwerk.
Willem: ‘Ik heb in totaal 854 kilometer aan paden om te controleren’
MELDINGEN De imposante opsomming doet de Limburgers aan tafel glimmen van trots. En terecht. De provincie profileert zich graag als paardenprovincie en maakt dat niet alleen in de (professionele) sport waar, maar dus ook op recreatief gebied. Daarbij kan iedere liefhebber kosteloos gebruik maken van deze routes. Om dit alles zo te kunnen houden, is de inbreng van vrijwilligers onontbeerlijk. “We hebben in totaal ongeveer 45 tot 50 vrijwilligers, die in het hele gebied het ruiter- en mennetwerk controleren”, aldus Nikolien. “Zij gaan in het voorjaar en in het najaar op pad. Voor deze twee rondes hebben we een periode van zes weken afgesproken. Dat werkt goed voor ons. Dan weet mijn collega dat in een bepaalde periode de meldingen binnen gaan komen en kunnen we onze voorbereidingen treffen. Zo gaan meldingen over bewegwijzering meestal naar de aannemer, waarmee wij een contract hebben. Over het algemeen lost deze partij de meldingen binnen 72 uur op. Zaken als bomen op de weg of kuilen in het pad gaan naar de terreineigenaar. In het gebied waar we net waren, is dat het Limburgs Landschap. Dus dan krijgt Henk van ons een mail, met de melding en de vraag of het kan worden opgelost. Als iets is opgelost, krijgen wij een terugkoppeling en dat melden wij dan weer bij de vrijwilligers.”
UITJES “Wij zijn super blij dat al onze vrijwilligers de routes controleren”, voegt Nikolien toe. “Daarom organiseren we in het voorjaar altijd een uitje met alle vrijwilligers, van het fietsen, ruiteren en wandelen, ruim 150 in totaal. En in het najaar plannen we per gemeente een bijeenkomst in, om onderlinge ervaringen uit te wisselen en rechtstreekse lijntjes naar de gemeente te hebben.”
Dorry: ‘Ik ben er trots op dat we dit ruiterroutenetwerk hebben’
De eerder genoemde Dorry Haanen heeft samen met enkele anderen de controle van de routes in De Maasduinen onder haar hoede, ongeveer zestig kilometer in totaal. “Dit gebied voelt als mijn achtertuin. Ik kom hier nu zo’n 45 jaar met het paard en woon er sinds veertien jaar. Ik zeg altijd: ‘welkom in mijn achtertuin’ en ben er trots op dat we dit ruiterroutenetwerk hebben in De Maasduinen. De controles doe ik principe alleen. In de periodes dat deze moeten plaatsvinden, ga ik wanneer het mij uitkomt. De ene keer alleen met de fiets, een andere keer met mijn partner op de koets. Dan maken we er een uitje van.”
DIGITAAL SYSTEEM Meer naar het zuiden toe controleert Ruud Pruijsten de routes in de gemeente Leudal. Ze rijdt al haar leven lang - “ik kreeg bij mijn communie mijn eerste pony” - en ook haar dochters en kleindochters hebben het paardenvirus te pakken gekregen. Op bestuurlijk vlak is Ruud eveneens actief, onder meer als KNHS-official en binnenkort als nieuw lid van het KNHS Recreatieforum. Ze vertelt: “Mijn interesse is altijd breder geweest dan de wedstrijdsport alleen. Er is zoveel meer. Laten we met zijn allen op een goede manier plezier beleven aan het paard. Daar gaat het om voor mij. Door goed onderhoud en goede toegankelijkheid dragen we ook zorg voor de veiligheid. Het is voor wedstrijdruiters zelfs aantrekkelijk om hier heerlijk in het bos te trainen. Wat is er nu mooier, buiten in de vrijheid? Ook als voorbereiding op je wedstrijd.” <
De totstandkoming van het complete netwerk is een traject van vele jaren geweest
Adopteer je Route
De natuur waar wij dagelijks te paard van kunnen genieten heeft zorg en onderhoud nodig. Niet alleen in Limburg, maar ook op andere plekken in het land zijn er gelukkig allerlei initiatieven, waarbij gepassioneerde ruiters en menners zich samen met terreineigenaren en -beheerders inzetten om de paden toegankelijk, veilig en mooi te houden. De KNHS draagt hier graag een steentje aan bij via het project ‘Adopteer je Route’. We vragen daarbij niet om geld, maar om mee te helpen bij het onderhoud van jouw favoriete buitenrijgebied. Geïnteresseerd? Meer over ‘Adopteer je Route’ lees je hier.
In het kader van Adopteer je Route maakten we eerder bijgevoegde video-impressie van een opschoondag op de Midden Veluwe.
Begin maart heeft Ruud de halfjaarlijkse melding vanuit het routebureau gekregen. Ze zegt erover: “Voor 18 april moeten we onze voorjaarsronde doen op mijn traject van ongeveer 48 kilometer. Binnen Leudal hebben we dat verdeeld over vijf à zes mensen. Op het moment dat ik klaar ben en ik zou niks bijzonders zijn tegengekomen, tik ik ‘voltooid’ aan in het systeem. Dat digitale systeem van het routebureau werkt erg goed.” Nikolien: “Dat klopt. Dat is ontwikkeld door EasyGIS, een bedrijf uit Eindhoven van enkele handige jongens. Diverse partijen werken er mee. In het systeem zit een vrijwilligersmodule. Vrijwilligers kunnen de meldingen bij een betreffend punt doen door bijvoorbeeld foto’s te uploaden. Er zit ook een meldpunt in voor algemene gebruikers en onze aannemer heeft zelfs een apart telefoontje, waarop precies te zien is waar de routes lopen en de palen voor de bewegwijzering zouden moeten staan. Willem heeft ook zo’n telefoon.”
GEEN KAPSTOKKEN Deze Willem Peters springt er op het gebied van onderhoud bovenuit. De vrijwilliger, in de AOW-gerechtigde leeftijd beland, is een ware liefhebber van het buitenrijden en trekt wekelijks meerdere dagen met zijn vrouw en hun beide paarden erop uit. Hij vertelt over zijn werkwijze: “Ik heb in totaal 854 kilometer die ik controleer, maar ik overlap daarbij anderen, zoals ook Dorry en Ruud. Mensen kunnen met mij meerijden, omdat ik het bos in mag en sleutels heb van de toegangspoorten. Op verzoek van de KNHS en van Staatsbosbeheer heb ik de Stichting Ruiters en Menners Belang Maasduinen opgericht. Staatsbosbeheer wilde als terreineigenaar alleen in gesprek met een stichting en niet met één persoon. Ik overleg regelmatig met Nikolien en heb goed contact met diverse gemeentes. Ik controleer en kijk of de routes kloppen en verricht eventueel snoeiwerk. Iedere donderdag werk ik met een collega de routes af. Als onze doorgestuurde meldingen zijn goedgekeurd, beginnen we met snoeien. Na de storm heb ik op verzoek van Staatsbosbeheer en de gemeente Bergen met de kettingzaag gewerkt. Na 15 maart mag dat niet meer vanwege het broedseizoen, dus nu ben ik weer lekker ouderwets met de stokzaag in de weer. Ondertussen weet ik aardig hoe het moet. In het begin werd ik op de vingers getikt omdat ik de takken te kort afsnoeide. ‘Willem geen kapstokken maken’ werd me verteld, ha ha. Maar ik doe het dus altijd netjes.” Nikolien hoort het allemaal met plezier aan. “Ja leuk toch”, besluit ze. “En ik heb de eer om met deze liefhebbers samen te werken!” <
“Zonder Lei was het niet gelukt”
De totstandkoming van het complete ruiter- en mennetwerk, eerst in Midden-Limburg en later in Noord-Limburg, is een traject van vele jaren geweest. Volgens alle betrokkenen gaan veel credits voor wat er nu allemaal ligt uit naar vrijwilliger Lei Linders, eveneens actief als KNHS-regioconsulent in onze zuidelijkste provincie. Nikolien: “Wat Lei heeft gedaan, is ongekend. Zonder hem, maar ook de KNHS, was het allemaal niet gelukt. Lei was al in 2006 bezig met een lobby om te kijken of er geld los kon komen en had toen al hele ontwerpen gemaakt met ruiters en menners. Eigenlijk hebben wij als professionele organisatie kunnen voortborduren op wat Lei allemaal bedacht heeft. En we hebben veel hulp gehad van Limburg Paardensport. Cissy Schuring, manager van deze stichting, is heel sterk geweest in de lobby naar de provincie om geld hiervoor te krijgen.” Uit de woorden van Nikolien komt naar voren dat de cofinanciering van gemeenten en provincie belangrijk was, wat net zo goed geldt voor het constructieve overleg met alle terreineigenaren en natuurbeherende instanties. “Want je moet natuurlijk wel toestemming krijgen als mensen in hun gebied gaan rijden en je daar je palen neer wil zetten”, aldus Van Isterdeal, die bovenal duidelijk maakt dat in het Limburgse eerst in overdrachtelijke zin allerlei mensen aan elkaar zijn geknoopt om dit later bij alle ruiter- en menpaden te kunnen realiseren.