3
jonge paarden
‘Tijd nemen voor basisafrichting’
TeamNL bondscoach Alex van Silfhout kreeg een vier-, vijf- en zesjarig paard in zijn les die hij aan drie KNHS-leden gaf op het Nationaal Hippisch Centrum. Drie combinaties met elk hun eigen aandachtspunten die voor veel ruiters herkenbaar zullen zijn. De grote gemene deler? De tijd die de Grand Prix-trainer neemt voor het op orde stellen van het basiswerk, zoals het aan het been zijn, het verkrijgen van de fijne aanleuning en het werken aan de balans.
Tekst Steef Roest Beeld Arnd Bronkhorst
Linde Hofs
De zeventienjarige Linde Hofs is met haar jonge paard de eerste combinatie die door de bondscoach op weg wordt geholpen. De junioren-amazone heeft een vierjarige ruin bij zich. Deze Novice Vita (v. In Style) heeft – op wat jonge paarden wedstrijden na – nog weinig ervaring en maakt in het begin wat spanning op zijn omgeving. “Het is helemaal niet erg als hij hier een keer loert. Ideale omstandigheden heb je nou eenmaal bijna nooit en het is de bedoeling dat hij dit leert door te doen. Vertrouwen krijg je door te zorgen dat je het voor bent”, legt Alex uit. “Neem daarom de leiding en rijd vooral niet recht op het punt af waar jouw paard het spannend vindt. Bedenk een manier om er zo snel mogelijk langs te komen. Stel hem wat naar binnen en rijd daarin niet te veel naar voren, want dan raak je de controle kwijt voordat je ook maar controle hebt. Je voorkomt problemen als je dit zo simpel mogelijk aanpakt. Als je dit op je gemak elke keer snel en op een positieve manier oplost, kun je op termijn overal langs.”
CONTACT De makkelijk bewegende Novice Vita heeft de neiging om iets achter de teugel te komen. De ruin rolt zich geregeld net iets verder op dan de bedoeling is en knikt dan weg. Een punt dat geleidelijk meer op orde moet komen van Alex, want alleen met het juiste contact kun je een paard op de goede manier africhten. “Op het moment dat Novice Vita ontspant, knikt hij weg. Hij moet juist leren om naar jouw hand toe te blijven lopen en jouw teugelhulpen te accepteren. Om daar te komen is het in de eerste plaats belangrijk dat jouw paard voor je been is, want de oplossing begint van achteren uit.
Daarna is het belangrijk dat jij zelf niet losgooit als jouw paard de verbinding verbreekt. Houd gevoel met die mond, en laat hem niet alleen als hij loskomt. Hoe subtieler je dit leert te verzorgen, hoe beter je aanleuning wordt.”
AAN ELKAAR KOMEN Ondertussen vertelt Alex dat het in deze africhtingsfase belangrijk is om de paarden zo voor elkaar te krijgen, dat ze aan elkaar komen. “Daarmee bedoel ik dat je een paard zo ontwikkelt dat hij aangesloten, dus van achteren naar voren, met een fijne aanleuning door de baan gaat. In die aanspanning wil je steeds meer controle en concentratie. Gaandeweg maakt een paard dan qua kracht en gymnastische ontwikkeling een hele groei door. Als ruiter is het belangrijk dat je eerlijk blijft paardrijden: vanuit je been naar twee teugels toe, met daarin aandacht voor de juiste reactie op je been en het juiste gevoel in je hand. De beenhulp is er om activiteit van achteren op te wekken, zodat er gaandeweg steeds meer balans komt. Het juiste gevoel in je hand betekent dat het paard jouw hand accepteert, zonder sterk te worden of de verbinding te verbreken.”
‘Blijf eerlijk paardrijden, vanuit je been naar twee teugels toe’
Alleen met het juiste contact kun je een paard op de goede manier africhten. Deze Novice Vita verbrak zo nu en dan de verbinding, iets wat Linde mocht corrigeren door zelf contact te nemen en dat aan te blijven vullen vanuit haar been (foto boven versus beneden).
Charlotte Jochems
De tweede combinatie is de 23-jarige Charlotte Jochems met haar zesjarige merrie Lady Bee (v. Negro), verhoudingsgewijs nog een vrij groene merrie. Hoe kijkt Alex naar africhtingsniveau en de leeftijd? “Belangrijker dan leeftijd is kijken naar wat zo’n paard doet en hoe hij is ontwikkeld. Van daaruit werken we verder. Tussen het allereerste begin van een net zadelmakke driejarige en een paard dat al bijna vier wordt, zit soms al een wereld van verschil. Er zijn ook al vierjarigen die het werk best makkelijk oppakken. Voor verdere training moeten het functioneren en de ontwikkeling van het lichaam het belangrijkste uitgangspunt zijn.” ONGELIJKE DRUK Een van de punten waar Charlotte tegenaan loopt is dat haar merrie niet helemaal gelijk aanvoelt in haar teugelvoering. Ongelijke druk op twee teugels is iets dat veel ruiters herkennen, ook op hoger niveau komt het geregeld voor dat een paard zich op één teugel sterker maakt. De oplossing ligt volgens Alex in het meer druk krijgen op de (te) lichte kant, in plaats van de zwaardere kant losser te willen maken. “Met kracht ga je het nooit winnen”, stelt de trainer. “Laat je daarom nooit verleiden om de sterke kant los te willen maken. Dat is hetzelfde spelletje als een hond die zijn staart pakt; een vorm van touwtje trekken die nooit ophoudt. Ik focus liever op meer contact aan die lichte teugel, zelfs als dat betekent dat de wendingen op dat moment tijdelijk met buitenstelling zijn. Natuurlijk zie ik liever wendingen die mooi om het binnenbeen zijn gebogen, maar je moet ergens beginnen. Zodra de druk op twee teugels gelijker is, kun je die binnenkant weer mooi verzorgen.”
BASISWERK Ook met deze combinatie focust Alex zich voornamelijk op twee zaken: het verkrijgen van een stabiele aanleuning, waarbij het paard gehoorzamer wordt en de controle beter, én het verbeteren van de reactie op het been. Wat moet je als ruiter doen om deze fase van africhting zo goed mogelijk te laten verlopen? “Het is belangrijk om een paard niet in de weg te zitten. Blijf daarom altijd aan je onafhankelijke zit werken, zodat je je paard kunt helpen in wat hij doet, in plaats van onbedoeld tegen te werken.
‘Laat je nooit verleiden om de sterke kant losser te willen maken’
Daarnaast moet je goed blijven voelen wat er onder je gebeurt. De meeste ruiters hebben hulp van de grond, zo kan je gevoel bevestigd worden of kun je geattendeerd worden op wat spaak loopt. En als er gaandeweg een probleem ontstaat, probeer dan te bedenken waar dat vandaan komt. Vaak zit daar wel een reden achter. Dat gebeurt vrijwel nooit zomaar. Het kan zijn dat het veterinair niet helemaal jofel zit, je kunt als ruiter tegenstrijdige hulpen geven of je hebt te maken met verstoorde verhoudingen. Het is zaak om dat zo snel mogelijk helder te hebben en te werken aan een oplossing.”
GESLOTENHEID IN GALOP Het verbeteren van de geslotenheid van de galop is iets wat in de hele africhting terugkomt. Deze merrie heeft van nature een bepaalde balans, maar mag meer gewicht op het achterbeen opnemen. Ze galoppeert nog te veel uit elkaar. “Je rijdt een tikkeltje te veel voorwaarts, om te zorgen dat ze niet uit galop valt. Om verder te komen, mag je juist geregeld de grens opzoeken. Probeer de grens van het terugrijden op te zoeken. Zoek het punt op waar ze gewicht overneemt en tik een keer met je been voordat ze uit galop valt. Probeer zelf te voelen waar dat randje zit. Het kost wat tijd om dit zo uit te werken, totdat ze zelf gesloten en onder je blijft galopperen”, helpt Alex Charlotte met de galop van haar zesjarige merrie.
Trainen gaat over grenzen opzoeken. Charlotte Jochems liet haar zesjarige merrie in eerste instantie te veel uit elkaar galopperen, door het maken van overgangen en het gedoseerd terug willen rijden kwam de merrie steeds meer aan elkaar.
Bekijk de video
Wil je Linde, Charlotte en Margje in actie zien? En meer leren van Alex van Silfhout? Bekijk dan onderstaande video!
Margje Janssen
De derde combinatie is de vijfjarige Mealin (v. Franklin) met de negentienjarige Margje Janssen. De merrie stapt in het begin wat behoudend. Ze komt daarin net niet door het lijf en maakt daarin geen rek. De spanning in de stap wordt door Alex rijtechnisch opgelost: “Houd licht voeling met de mond en probeer een lichte stille verbinding te krijgen. Neem daarin de tijd om de stap op orde te krijgen voordat je aandraaft. Probeer dóór te stappen, met een stil contact met de mond. Als jouw merrie aandribbelt, kom je met been. Net zolang totdat ze ijverig doorstapt en op verbinding komt. Dit mag je heel consequent uitwerken totdat je gewoon los kunt stappen met behoud van verbinding, rek en ritme. De fout die je nooit mag maken is om dit bij elkaar te proberen te vechten, want dat leidt tot niets.”
GEEN HANDIGHEIDJES, MAAR TRAINING Alex werkt ook met deze combinatie aan het verbeteren van de geslotenheid in de galop. Daarin wordt Margje gevraagd om haar merrie steeds wat meer druk op achteren op te laten nemen, totdat de merrie zichtbaar beter in balans gaat. Van daaruit kan Margje spelen met de contragalop, een oefening die ze thuis weleens heeft meegenomen, maar met meer rust en geslotenheid blijkt het nu net wat lastiger. “Het gebeurt vaak dat ruiters zichzelf handigheidjes aanleren om te overleven in een nieuwe oefening”, legt Alex uit. “Je wilt een oefening pas voor pas kunnen rijden, met controle en balans. Daarom moet je niet alleen eerst in je normale galopwerk rust en balans hebben voordat je verder kunt, je moet dat gevoel ook in de contragalop vast kunnen houden. In plaats van dat je naar voren rijdt om die oefening maar door te komen.”
‘Ruiters leren zichzelf vaak handigheidjes aan om te overleven in een nieuwe oefening’
VALLEN EN OPSTAAN Dit werk verloopt op een positieve manier met vallen en opstaan, waarin de merrie steeds handiger wordt in het op de juiste manier doorlopen van de contragalop. Margje krijgt de tip mee om via een korte diagonaal van hand te veranderen, zodat er ruim de tijd ontstaat om wendingen voor te bereiden. Valt haar merrie uit galop? Dan kan ze in het tweede deel van een gebroken lijn weer in contragalop aangalopperen. Per poging krijgt Margje meer controle over de oefening. “Veel ruiters hebben de neiging om meer stelling te vragen als de contragalop onveilig voelt. Daardoor loop je het risico dat het paard over de binnenschouder wegvalt. Probeer haar daarom op twee teugels te houden, met lichte stelling naar de contrazijde. Door dat subtiel te verzorgen kun je haar in balans houden. Zoals in de gehele africhting het geval is, geldt ook hier dat de basisvoorwaarden moeten kloppen voordat je verder kunt”, besluit de Grand Prix-trainer.
Het verbeteren van de geslotenheid in de galop is een terugkerend thema in de opleiding van paarden met dit africhtingsniveau.
Margje Janssen werkte met haar vijfjarige merrie ook aan het stabiliseren van de aanleuning en het verkrijgen van meer controle.
Speciaal voor Paard&Sport verzorgt TeamNL bondscoach Van Silfhout instructie aan KNHS-leden.
Alex van Silfhout
De uit Lunteren afkomstige Alex van Silfhout (1954) is sinds januari 2019 TeamNL bondscoach van de Nederlandse dressuursenioren. Daarvoor was hij twee jaar bondscoach van de dressuurjeugd. Van Silfhout volgde de opleiding in Deurne en werkte daarna op De Nieuwe Heuvel in Lunteren. Zijn eerste kaderpaard was De Saint Ursus d’Olympe, waarmee hij in de jaren 90 succes had. In 2007 en 2008 was hij met Olympus en Nimbly internationaal succesvol, enkele jaren geleden was Zep zijn paard voor het hoogste niveau. Wil je nog meer zien en leren van Alex van Silfhout? Op Horseriding.academy vind je zijn uitgebreide Masterclass.
Ben je benieuwd hoe Linde, Charlotte en Margje de les hebben ervaren? En wil je weten wat Alex van de combinaties vond? Beluister dan onderstaande audio!