Do’s endon’ts van
ZADELMAK MAKEN
Het aanrijden van jonge paarden is een vak apart. We vragen twee experts met hun eigen manier van zadelmak maken om hun tips & tricks voor deze belangrijke stap.
Tekst Yvonne Buis-Franken Beeld Jacob Melissen, Feather Light Horsemanship
|Do’s
1 Geef je paard een goede ervaring voor de toekomst, begint Yvet Blokesch. Zadelmak maken draait niet alleen om een paard zo snel mogelijk berijden. Het is de eerste kennismaking met de ruiter op zijn rug. Als die goed gaat, bepaalt dat de rest van zijn leven.
2 Leer het paard om te leren. Ik doe dat door veel grondwerk met het paard te doen. Het gaat niet specifiek om de uitvoering van de oefeningen, maar om leren dat het niet verkeerd is dat hij iets niet begrijpt. Hij moet leren in zijn hoofd te blijven nadenken en zich niet volledig af te sluiten. Als hij dat kan op de grond, kun je daarmee verder onder het zadel.
3 Begin met de paarden in vrijheid in de roundpen. Daar leer ik ze in eerste instantie dat ze mensen kunnen volgen. Ik leg ze uit dat ik doorheb wat ze doen en dat ze op mij kunnen bouwen. Paarden leren vaak signalen door de vingers te zien, omdat mensen zo veel onbewuste signalen geven. Ik zorg eerst dat ik een connectie krijg en dat ze mij en mijn hand kunnen volgen. Dat neem ik later mee onder het zadel. Meestal zit ik er na ongeveer drie weken de eerste keer met zadel op. In de tussentijd heb ik er dan vaak al een keer zonder zadel in stilstand op gezeten.
4 Laat het paard eerst heel goed inbuigen als je erop zit, zodat hij jou echt heeft gezien. Ik stap eerst aan beide kanten op en buig beide kanten op. Is hij dan helemaal comfortabel met wat hij heeft gezien, dan kun je rustig een keer wegstappen.
5 Blijf heel los in je lichaam zodat je kunt meegaan met de bewegingen van het paard en regel niet te veel. Heel stil zitten heeft volgens mij geen zin. Een paard moet wennen aan de ruiter op hun rug die van alles doet. Ik zit dus niet heel voorzichtig en praat en aai heel veel.
6 Ik rijd altijd met een dressuurzadel. Daar zit ik het lekkerste in. Ik heb ook andere zadels, waarvan er altijd wel eentje goed genoeg past. Dat is belangrijk.
Yvet Blokesch: ‘Hij moet eerst leren dat het niet verkeerd is als hij iets niet begrijpt’
|Don’ts
1 Zie het eerste ritje niet als iets heel spannends waarin je rodeo moet verwachten. Met een goede voorbereiding gebeurt dat namelijk meestal helemaal niet. Soms komt het wel. Dat zijn meestal de minder bange paarden. Daar moet je dan even doorheen.
2 Raak niet in paniek. Jouw taak is om het paard te helpen. Als hij ervandoor gaat, begin dan niet met de teugels korter te maken en te trekken. Je mag ze best iets korter pakken en sturen, maar laat daarna direct los. Alleen al zo denken maakt al een groot verschil bij jou.
3 Begin er niet aan als je te bang of niet capabel genoeg bent. Laat het dan aan een professional over. Zadelmak maken is meer dan er een zadel opleggen en weg rijden. Het bepaalt de toekomst van je paard en hoe hij later in staat is om te gaan met iets nieuws. Er is maar één eerste keer.
Wie is Yvet Blokesch?
Yvet Blokesch van Feather Light Horsemanship heeft op haar stal in Wapenveld een eigen benadering in de omgang met paarden en zadelmak maken. “Ik train op basis van respect, vertrouwen, samenwerking en rust, zodat de paarden met zo min mogelijk spanning kunnen leren.” Yvet creëert de juiste mindset voor de beste resultaten en een succesvolle toekomst, ongeacht de discipline. www.featherlighthorsemanship.com
|Do’s
1 Wees er zeker van dat er geen problemen zijn in de mond voordat je begint, vertelt Gert van den Hof. Check voorafgaand aan zadelmak maken goed de tanden. Grote wolfstanden maken paarden vaak stug en sterk en die kleine puntjes kunnen heel pijnlijk zijn. Als ze dan het bit voelen, kunnen ze achterover slaan.
2 Gebruik de eerste keren een halster en nog geen bit. Met een halster heb je wel een rem, maar hoef je niet in de mond te trekken, wat paniek kan veroorzaken.
3 Leer je paard eerst goed longeren. Hij moet rustig en in balans lopen en reageren op de hulpen. Als je naar voren drijft, moet er een reactie komen. Hij mag zich niet afsluiten. Pas als het paard loopt en reageert op mijn stem, kunnen we verder.
4 Longeer je paard eerst totdat het goed ontspannen is voordat je de eerste keren opstapt. Hij moet relaxed over de rug lopen en de spieren achter het zadel mooi ontspannen. Heb je een paard dat er steeds vandoor schiet en de staart aanknijpt? Dan moet je wachten met erop stappen totdat er minder spanning is.
5 Leer de signalen van een paard goed te lezen. Een paard moet ontspannen zijn en contact maken. Aan zijn ogen en oren kun je veel aflezen. Als een paard steeds naar achteren kijkt en reageert op de beugels of het zadel, moet je meer tijd nemen.
6 Let op de ademhaling. Een paard moet eerst rustig ademhalen voordat je de volgende stap neemt. Als een paard zijn adem inhoudt, ontploft hij wanneer hij uiteindelijk uitblaast.
7 Ga eerst staan in de beugel. Door je knie te strekken word je groter en raak je de billen van het paard niet wanneer je je been eroverheen brengt. Ook spring je er sneller af als dat nodig mocht zijn.
8 Ik gebruik altijd een springzadel. Dat ben ik gewend en als de boomwijdte enigszins klopt, past het al gauw. Je kunt ook een dressuurzadel gebruiken, maar dan luistert de pasvorm veel nauwer. Gebruik dan een naar voren gebouwd dressuurzadel. Als je heel diep en voorover zit, kiep je er sneller af en geef je de kuithulp dicht bij de liezen. Daar hebben veel jonge paarden echt een hekel aan.
Gert van den Hof: ‘Als je twijfelt, doe het dan niet en laat het aan een professional over’
|Don’ts
1 Gebruik geen singel met elastiek. Bij spanning zet de buik uit, maar als het paard ontspant, zit de singel direct te los. Het zadel schuift dan naar voren of naar achteren, wat paniek kan veroorzaken.
2 Laat een paard niet als een dolle rondgaan en veel bokken. Als hij die neiging heeft, laat hem dan links en rechts om zijn as draaien totdat hij uitademt. Dan kun je daarna meestal rustig wegdraven.
3 Laat een jong paard dat over het bit loopt en zijn hoofd in de lucht steekt, nooit zo doorlopen. Gebruik dan toch even een losse slof om die gelegenheid niet te geven. Als een paard leert dat hij wegkomt met zijn hoofd in de lucht gooien en jou zo buitenspel zetten, doet hij dat tien jaar later, als het even te moeilijk wordt, nog.
4 Ga nooit met een naar onderbuikgevoel op je jonge paard zitten. Een paard voelt dat direct. Als je twijfelt, doe het dan niet en laat het aan een professional over. Daar heb je op de lange termijn meer aan.
Wie is Gert van den Hof?
Gert van den Hof is specialist in paarden opvoeden en rijden, waarbij het voor hem niet uitmaakt of die paarden angstig en gevoelig, brutaal en dominant, of zelfs getraumatiseerd zijn. Op zijn stal in Slagharen is hij dagelijks bezig met paarden zadelmak maken en corrigeren. ‘Door elk paard weer te zien als een uniek wezen, bouw je wederzijds respect op.’ www.stalgertvandenhof.nl