Paardvriendelijk rijden & het goedgaande paard
Paardvriendelijk rijden legt de basis voor het goedgaande paard en is van belang om onze sport op een juiste manier te beoefenen. Maar hoe zien het vriendelijke rijden en het goedgaande paard er eigenlijk uit, hoe bereik je het gewenste harmonieuze beeld en door welke valkuilen drijf je er juist vanaf?
Tekst Peter van Pinxteren Beeld Arnd.nl, Arnd Bronkhorst/P&S, Jacob Melissen/P&S
Paardvriendelijk rijden en het goedgaande paard zijn geen nieuwe begrippen. Zolang we paardensport beoefenen, is dit al het streven. Van de andere kant is er in de huidige tijd, waarin ook kritisch naar onze sport wordt gekeken, meer dan ooit bewustwording over en is sprake van een duidelijke accentverschuiving naar het promoten van een harmonieus beeld bij een paard-ruiter-combinatie. Ook de KNHS ruimt binnen haar beleid en communicatie een centrale plek in voor het paardvriendelijk rijden, met als resultaat een goedgaand paard. In dit artikel geven ervaren instructeurs alvast input over dit onderwerp. We spraken met verschillende van hen tijdens het recente KNHS Instructeurscongres op Horse Event. Deze zogezegde ‘hoeders van het goede paardrijden’ hebben met elkaar gemeen dat ze zeer geroutineerd en gedreven zijn in hun vak, en daarnaast veelal actief zijn in de dressuur, in principe de basis van onze paardensportdisciplines. Zes instructeurs (zie ook kader) legden we los van elkaar drie dezelfde vragen voor in relatie tot het genoemde onderwerp. Het leverde veel overeenkomsten, enkele verschillen en vooral relevante en praktische informatie op. Meer over het harmonieuze paardrijden is ook te lezen én te zien in het instructie-item verderop in het magazine.
‘Wanneer je paardvriendelijk rijdt, kom je in veel gevallen in de buurt van goed paardrijden’
|1|
Wat versta je onder paardvriendelijk rijden en hoe ziet het goedgaande paard eruit?
Respect hebben voor het paard, bewustwording voor de wijze waarop het leert en oog hebben voor de mogelijkheden én beperkingen van zowel paard als ruiter zijn belangrijke uitgangspunten voor paardvriendelijk rijden, zo kunnen we concluderen uit de antwoorden van de instructeurs. Praktisch gesteld zegt Annemarieke Olff: “Voor mij is paardvriendelijk rijden een paard van achter naar voren, over de rug naar de hand toe rijden, waarbij de ruiter, die het paard niet in de weg zit, de druk op de beugels en teugels gelijkmatig verdeeld heeft en de hals van het paard mooi op lengte houdt.”
Het niet in de weg zitten van het paard als ruiter komt vaak voorbij. Zo spreekt Sabina van Ruitenbeek over het belang van een ruiter die de beweging van zijn paard in goede balans kan volgen. Want, als het paard niet gehinderd wordt, kan het zich daadwerkelijk harmonisch ontwikkelen en atletischer worden, aldus collega Linda van der Hauw.
PLEZIERIG BEELD Voor Hans Zeijen zijn de begrippen paardvriendelijk rijden en het goedgaande paard onlosmakelijk met elkaar verbonden. “Wanneer je paardvriendelijk rijdt, kom je in veel gevallen in de buurt van goed paardrijden.”
Over hoe het uiteindelijk gewenste beeld van het goedgaande paard eruit ziet, bestaat veel eensgezindheid. Kort samengevat: daar is sprake van als het geheel er vanzelfsprekend uitziet. Volgens meerdere instructeurs ziet niet alleen een kenner dat, maar ervaart een leek hetzelfde. Van Ruitenbeek: “Een goedgaand paard met een ruiter in balans is snel herkenbaar voor iedereen. Het ziet er allemaal logisch uit en geeft een plezierig en zelfs inspirerend beeld.”
‘Een goedgaand paard met een ruiter in balans is snel herkenbaar voor iedereen’
‘Super belangrijk is dat de instructeur weet wat een goedgaand paard is.'
‘Soms moet je vijf stappen terugzetten voordat je weer verder kunt’
Meer rijtechnisch beschouwd meldt Zeijen dat het goedgaande paard onder meer ruggebruik toont, een actief, ondertredend achterbeen heeft, nageeflijk is aan het bit, een natuurlijke voorwaartse drang heeft, rechtgericht is en vertrouwen uitstraalt. Leeftijd en mate van opleiding spelen een rol bij wat je uiteindelijk mag verwachten, voegt hij toe.
|2|
Hoe bereik je als ruiter en instructeur het doel van het goedgaande paard, met het paardvriendelijk rijden als uitgangspunt?
Het belang van bewustwording is al aangestipt en wordt benadrukt door praktisch alle instructeurs. Van der Hauw: “Als instructeur probeer je de ruiter ervan bewust te maken wat erop rijden en het geven van hulpen met een paard doen. Je probeert ruiters het gevoel en begrip voor het goedgaande paard aan te leren en dit al vanaf de basis, met het bekende scala van de opleiding als uitgangspunt, dus werken aan takt, ontspanning, aanleuning, impuls, rechtrichten en uiteindelijk verzameling. Als je het goedgaande paard voor elkaar hebt, komen prestaties vanzelf. Je moet als ruiter er wel moeite voor willen doen en geduld betrachten. Soms kan het zijn dat je vijf stappen terug moet zetten voordat je weer verder kunt. Als je paard vanuit de basis bijvoorbeeld niet recht is, heeft het al helemaal geen zin om moeilijkere oefeningen te gaan trainen.”
ZELFREFLECTIE Bewustwording komt in bredere zin om de hoek kijken, maken we op uit de woorden van Zeijen: “Je bent als ruiter en indirect als instructeur paardvriendelijk bezig wanneer er rekening gehouden wordt met het gedrag, de bouw en daarmee dus ook de mogelijkheden en beperkingen van het paard. Ben jezelf bewust van het feit dat niet ieder paard dezelfde kwaliteiten heeft, die wij als ruiters of juryleden soms graag zouden willen zien. Ben daarin reëel, dan voorkom je frustratie. Zeker zo belangrijk is oog voor je eigen beperkingen. Zelfreflectie is belangrijk. De een heeft nu eenmaal meer ruitergevoel dan de ander, al is daar wel aan te werken.”
Olff bevestigt een en ander door te zeggen: “Bij een ruiter hangt veel af van de kwaliteit van het paard, maar ook het gevoel dat de ruiter zelf heeft en de wil om zichzelf te verbeteren en te blijven leren. Super belangrijk is dat de instructeur weet wat een goedgaand paard is, dat zelf gevoeld heeft en weet hoe je de ruiter helpt om daar te komen. Blijf daarbij hameren op een van achter naar voren, naar de hand toe en mooi op lengte gereden paard.”
Van Ruitenbeek voegt toe: “De voorwaartse drang moet je als uitgangspunt houden om zo met zachte hand nageeflijkheid te verkrijgen. Afwisseling en variatie in het werk kunnen hier zeker aan bijdragen. Het mooie is dat we met de toenemende kennis vanuit de wetenschap steeds bewuster worden over hoe we alles voor het paard optimaler kunnen maken.”
‘Bij het goedgaande paard ziet het geheel er vanzelfsprekend uit.'
Tegenwoordig kunnen we veel meten en draagt de wetenschap een belangrijk steentje bij.
RUITERFITHEID In het verlengde van toenemende kennis en het belang van een goed zittende ruiter breekt Aad van der Geest een lans voor ruiterfitheid. De al lang meedraaiende instructeur zegt: “Er is een periode geweest dat er helemaal geen bewustwording was over balans en fitheid. Tegenwoordig weten we veel meer en kunnen we meer meten. De motoriek van een ruiter in het zadel moet goed zijn. Je lichaamstaal naar het paard toe is namelijk zeer belangrijk, net als het jezelf verplaatsen in het paard.”
Het ‘paardgericht zijn’ als ruiter en instructeur spreekt tot slot Antoinette Diks tot de verbeelding, zo laat zij weten in haar reactie: “De term paardgericht gebruik ik persoonlijk nog liever dan paardvriendelijk, omdat dat voor mij precies omvat wat ik bedoel. Als we ons echt in het paard verdiepen en meer oog voor dit fantastische dier krijgen, worden alle dingen die je vraagt een stuk makkelijker. Je ziet dan ook sneller een goedgaand paard.”
|3|
Wat zijn de valkuilen, waardoor je als ruiter of instructeur juist verder afdrijft van het vriendelijke beeld en het goedgaande paard?
Er zijn diverse valkuilen te bedenken, die je onderweg naar dat gewenste, fijne beeld met je paard kunt tegenkomen. Uit de reacties van de instructeurs kunnen we deze feitelijk tot enkele hoofdoorzaken terugbrengen, die ook nog deels in elkaar overlopen. Zo benoemt Van der Geest het te snel willen gaan als voorname valkuil. “Hierdoor kan verwarring ontstaan en ligt miscommunicatie op de loer”, vult Zeijen aan. “Je moet eerst zorgen dat bepaalde zaken in de opleiding goed bevestigd zijn, zodat je daarop kunt terugvallen als het eens wat minder gaat. Want laten we eerlijk zijn. Het streven naar het goedgaande paard gaat bij de meeste ruiters en amazones gepaard met vallen en opstaan.”
Het niet goed bevestigd zijn van de basis wordt door praktisch alle instructeurs genoemd. Zo zegt Van Ruitenbeek: “Op een gegeven moment moeten er stappen gemaakt worden in de ogen van een ruiter, maar dan ligt de nadruk niet meer op de basis, maar meer op het ‘ik moet nu L, M, Z of weet ik welk niveau gaan starten’. Als de prestatie belangrijker wordt dan waar het werkelijk over gaat, is dat het moment waarop het fout loopt. Het doel is namelijk het paard en zijn ruiter fijn opleiden en dan is de rest een logisch vervolg. De oefening an sich moet niet het doel zijn.”
PRESTATIES, PRIJZEN EN PUNTEN Ook bij Van der Hauw valt het op dat ruiters te veel voor de prestatie en de oefeningen kunnen gaan. “Dan wordt een oefening meer trucje rijden dan waar het voor bedoeld is. Ik maak mee dat iemand bezig is met een piaffe, maar dat een gewone simpele overgang, recht, door het lichaam en op twee teugels niet meer lukt, terwijl dat onderdeel van de basis is. Het is belangrijk om bewustwording te houden en het goede gevoel niet kwijt te raken door verkeerde focus op prestatie, prijzen en punten.”
Naast te snel willen en het vergeten van de basis wordt een gebrek aan kennis meerdere malen genoemd. Het is niet alleen zaak dit als ruiter en instructeur te vergaren, maar ook te onderhouden. Olff zegt erover: “De basis voor alle takken van sport is de dressuur. Het is dus belangrijk dat je dat beheerst en ook nog kennis hebt van de theorie. Als je daar geen goede hulp bij krijgt van een instructeur wordt het een moeilijke opgave. Ik vind het voor een instructeur zelf ook belangrijk dat je, zolang je les geeft, jezelf blijft ontwikkelen en kennis vergaart, zoals wij nu doen op de instructeursbijscholing op Horse Event.”
‘Blijf hameren op een van achter naar voren, naar de hand toe en mooi op lengte gereden paard’
Dressuur is de basis voor alle disciplines
KENNIS DELEN Instructrice Diks bevestigt en vult aan: “Instructie geven is een leven lang leren. Het is geen beroep dat klaar is met een instructeurscursus van de KNHS of in mijn geval Deurne. Het is net als met je rijbewijs halen. Dan begint het pas. Daarnaast moeten we als professionals transparanter worden en kennis willen delen met elkaar. Dat vind ik wel een ding in de paardenwereld, iets dat ons nu mogelijk opbreekt, omdat het publiek niet op de hoogte wordt gehouden. Zo weet ik uit mijn manegetijd dat ouders soms als lastig worden gezien. Maar ik bouwde een verwarmde tribune om ouders te betrekken bij de lessen, terwijl een ander de deuren sluit. Dan kun je wachten op vervelende dingen.”
Dat je door het niet delen van kennis in de problemen kunt komen, wordt vaker genoemd. Volgens Van Ruitenbeek moeten instructeurs over hun eigen schaduw heen kunnen stappen. Ze zegt: “Het kan best gebeuren dat niet alleen de ruiter, maar ook de instructeur vastloopt. Daar moet je eerlijk in zijn en het is goed om dan bij iemand anders te kijken. Als ik een combinatie help en ik kom niet verder, zal ik zeker hulp van collega’s vragen. Onder aan de streep weten we allemaal hoe het beeld eruit moet zien, maar de wegen ernaartoe kunnen heel verschillend zijn. Ieder paard en ieder mens is anders en dat is het mooie van mijn vak. Het is nooit klaar en je bent nooit uitgeleerd.” <
‘Het kan best gebeuren dat niet alleen de ruiter, maar ook de instructeur vastloopt’
KNHS Instructeursopleidingen
Is paardensport ook jouw passie? Vind jij het leuk om jouw kennis te delen en om mensen te helpen om verder te komen in de sport? Wil je meer verdieping geven aan jouw vakmanschap en leren van professionals? Geef je dan op voor een KNHS-opleiding tot instructeur.
Je begint met de opleiding Aspirant Instructeur, dan volg je de opleiding Instructeur Basissport en als je wilt, kun je doorstromen naar de opleiding Instructeur Wedstrijdsport (afhankelijk van je wedstrijdprestaties). Van daaruit kun je naar Wedstrijdsport 4+ (Lichte Tour en eventueel naar de opleiding Trainer/Coach doorstromen. Als je je KNHS-opleiding succesvol afgerond hebt, ontvang je een ORUN-diploma. Hét bewijs dat jij de juiste kennis hebt om anderen te helpen hun dromen waar te maken in de sport.
Alle informatie over de verschillende KNHS Instructeursopleidingen vind je op knhs.nl/instructeurs.
Zes instructeurs
De volgende personen, stuk voor stuk geroutineerd instructeur, gaven input voor dit artikel
Annemarieke Olff uit Harich is instructeur ORUN niveau 4 en jurylid in de breedtesport. Ze heeft Grand Prix gereden en is zelf nog altijd actief met paarden uit de eigen fokkerij van Stal Falkena-Olff.
Sabina van Ruitenbeek is trainer/coach ORUN niveau 5 en docent bij de KNHS instructeursopleidingen. Thuis runt ze met haar man Stal Van Ruitenbeek in Maarsbergen, waar paarden (op)gefokt en opgeleid worden.
Linda van der Hauw is instructeur ORUN niveau 4 en heeft een eigen dressuurstal in Haskerhorne. Van der Hauw is jurylid tot ZZ-Licht, heeft Grand Prix gereden en rijdt voornamelijk eigen fokproducten.
Hans Zeijen uit Heerlen is bijna 40 jaar actief in de paardensport en rijdt nog altijd. Hij heeft eerder tot op ZZ-Zwaar niveau gereden, is instructeur ORUN niveau 4 en jurylid dressuur tot en met ZZ-Licht.
Aad van der Geest uit Beverwijk is met zijn 77 jaar de meest geroutineerde van de bevraagde instructeurs. Hij heeft tot op Grand Prix-niveau les gegeven, is nog altijd als instructeur actief en daarnaast als jurylid.
Antoinette Diks behaalde in 2020 de felbegeerde titel Instructeur van het Jaar. Ze runde samen met haar man bijna dertig jaar FNRS Manege Hillegersberg uit Bergschenhoek en heeft als instructeur vele kinderen onder haar hoede gehad.