Paard&Organisatie | BUITENCODE IN DE NATUUR
Spitsuur en korte lontjes in het bos
Wat hebben amazone en voorzitter van de TREC-club Dewi Bergman, mountainbiker Bart Brentjes en professioneel wandeltrainer Wanda Catsman met elkaar gemeen? Nou, ze hebben één gezamenlijk ‘jachtterrein’: het bos. Het drietal gaat met elkaar het gesprek aan over respect, onwetendheid over de regelgeving en de nieuwe Buitencode voor sporters in de natuur.
Tekst Thomas Braun Beeld Robin Britstra
Eerst maar even de persoonlijke confrontaties. Wat is het ergste dat het drietal, dat zich heeft verzameld in boscafé De Zweef in Malden, in het bos heeft meegemaakt? Amazone Dewi Bergman neemt als eerste het woord. “Eigenlijk maak ik niet veel ellende mee. Maar een keer nam ik een verkeerde afslag en kwam ik op een pad terecht dat geen ruiterpad bleek te zijn. Twee oude mannetjes begonnen direct te schreeuwen en te schelden. Ik heb niks teruggezegd maar vond het wel heel erg.”
Wandelcoach Wanda Catsman had het ooit aan de stok met een mountainbiker, die vond dat ze niet genoeg aan de kant ging. “Ik wilde voor hem opzij gaan, maar de berm was een blubberzooi dus ik ging voorzichtig aan de kant. Dat vond hij kennelijk niet genoeg, want ik kreeg zijn stuur vol in mijn zij. Ik zei nog: ‘Was dat nou echt nodig?’ Hij riep: ‘Dan moet je aan de kant gaan, idioot'.” Mountainbiker Bart Brentjens: ‘Zelf heb ik nooit iets heel ergs meegemaakt. Maar ik hoorde een ervaring van een groepje mountainbikers die langs een groepje wandelaars reed. Een wandelaar was er niet van gediend dat zij hard langsfietsten en sloeg iemand met zijn paraplu van zijn fiets af. Heel heftig.”
Bart: 'Mensen maken zich veel te druk in het bos en hebben vaak een kort lontje. Mensen zouden veel verdraagzamer mogen zijn'
VOOR WIE IS WELK PAD? Kortom, het is oorlog in het bos met al die ruiters, mountainbikers en wandelaars? Nee, dat vindt het drietal sterk overdreven. Dewi: “Ik hoor om mij heen wel dat ruiters tegen dingen aanlopen. Ze schrikken van mountainbikers die onverwachts opduiken. Paarden zijn vluchtdieren dus als ze schrikken kan dat tot gevaarlijke situaties leiden. Van wandelaars hebben ruiters minder last omdat die geen hoge snelheid maken.”
Maar paarden hebben toch hun eigen ruiterpaden? Daar maakt toch verder niemand gebruik van? Dewi: “Hier ligt nu juist het probleem. Omdat we onze eigen paden hebben, verwachten we niet dat iemand anders er gebruik van maakt, want voor wandelaars en mountainbikers is ons pad verre van comfortabel. Maar als dat nergens staat aangegeven kan er zomaar een mountainbiker van rechts komen. Eigenlijk zou iedereen die gebruik maakt van het bos zich moeten verdiepen in het bos om er achter te komen: voor wie is welk pad en waar kruist wat? Maar vaak staat het ook niet goed aangegeven.”
Bart knikt: “Ik denk dat er veel verbeterd is nu wij als mountainbikers onze eigen routes hebben, single-track genoemd. We gaan dus niet meer wild door het bos, anders krijg je een bekeuring. En we hoeven ook niet meer wild te fietsen, want die routes zijn prachtig. Hierdoor is er ook veel minder gedoe, want wij weten precies waar we moeten rijden en dat anderen daar geen gebruik van mogen maken. Maar onze tracks zijn vanuit onze rijroute aangegeven. Als een wandelaar of ruiter per ongeluk zo’n pad ingaat, in tegenovergestelde richting, dan ziet-ie niet altijd dat het pad voor ons is. Ik vind dat er wel meer aanduidingen mogen zijn. Een groot bord bij de parkeerplaatsen, zodat mensen weten waar ze aan toe zijn.”
Wanda sluit zich hierbij aan. “Ik probeer me altijd goed voor te bereiden, zeker als ik met een groep loop. Op het moment dat je weet dat je een pad voor mountainbikers of ruiters gaat kruisen, houd je daar rekening mee. Niemand denkt: laat ik eens lekker mountainbikers gaan lastig vallen of paarden laten schrikken. Het is vaak onwetendheid. Mensen zien een mountainbikepad en denken: wat een leuke wandelroute! Toch herken je ze vaak wel, de mountainbikeroutes. Omdat het zo uitgesleten is.” Bart: “Maar jij weet dat omdat je vaak in het bos bent en dat geldt niet voor iedereen. Echt, een simpele oplossing zou zijn: de bewegwijzering aan de voorkant, met aan de achterkant: ‘Pas op: MTB route. Verboden voor wandelaars en ruiters’.”
Wanda: 'Niemand denkt: laat ik nu eens lekker mountainbikers lastig vallen of paarden laten schrikken. Het is vaak onwetendheid.'
'Hoe duidelijker, hoe beter. Dat zou echt veel oplossen in onze prachtige natuur'
MEER VERDRAAGZAAMHEID Dan richten we de blik op mountainbikers. Net als wielrenners hebben ze een negatief imago. Als ze wandelaars of ruiters tegenkomen zouden ze in de remmen moeten knijpen, maar dat gebeurt vaak niet. Bart vertelt schuldbewust: “Toen ik vroeger echt intensief trainde, wilde ik me ook nooit inhouden. Dat voelt niet lekker, want je zit in een training. Ik zie nu ook nog steeds kleine groepen voluit rijden en alles wat ze in de weg staat, daar ergeren ze zich aan. Maar ik gedraag me netjes. Als ik nu een wandelaar op een single track zie, denk ik: hij zal het wel niet weten.” Bart laat weten dat hij zich vooral stoort aan het storen. Hij vindt dat mensen zich veel te druk maken, een te kort lontje hebben. “Mensen zouden verdraagzamer moeten zijn. Als ik iemand heel boos zie worden denk ik: er zit veel meer achter.” Amazone Dewi: “Heel veel komt inderdaad neer op verdraagzaamheid en inlevingsvermogen. Als ik iemand inhaal, doe ik dat zo rustig en vriendelijk mogelijk. Zo voorkom je ergernissen.”
En waar ergert wandelaar Wanda zich vooral aan? “Waarom hebben veel wielrenners en MTB’ers geen bel? Ineens komt er een mountainbiker langs, daar schrik ik van, mijn arm beweegt mee en vervolgens sla ik iemand tegen zijn stuur, want het zijn er blijkbaar meer dan één. Ik weet nooit hoeveel het er zijn. Als de eerste nou gewoon roept: ‘er zijn er 10’, dan kan ik tellen. En als je toch belt, doe dat dan niet als je twee meter achter me zit. Ik kan dan niet meer tijdig aan de kant.” Dewi kan dat beamen: “Fietsers bellen vaak te laat. Als iemand belt en nog op afstand is, laat ik mijn paard zijn hoofd opzij doen zodat-ie goed kan zien dat er iets aankomt. En dan kan ik zelf rustig beslissen of ik stil blijf staan of even de berm inga. Of ik ga midden op de weg rijden, dat is een tactiek van ruiters. Daarmee dwing ik mijn achterliggers tot het minderen van tempo. Dat kan tot irritatie leiden, maar ik kies dan voor de veiligheid van mijn paard en de fietsers achter me. Ik wil daarmee aangeven: passeer me rustig.” Wanda: Dat is goed dat je dat zegt, want hoe meer we van elkaar weten, des te beter weten we wat we van elkaar kunnen verwachten.”
'Werk aan de winkel voor de bonden, meer duidelijkheid en betere bordjes'
OOG VOOR DE OMGEVING En dan wil Dewi nog wat van het hart: “Wat ik heel lastig vind zijn mensen met ‘oortjes’. Als ik iemand moet inhalen die muziek heeft aanstaan, dan horen ze mij niet aankomen. Dan kan ik roepen wat ik wil. Dat zie je vooral bij hardlopers, daar ga ik dan zo ruim mogelijk omheen.” En dan komen we op een punt waar de wandelaars lering uit kunnen trekken. Van de drie groepen zijn zij het minst oplettend: ze kletsen en maken foto’s en hebben vaak weinig aandacht voor de andere bosgebruikers. Wanda: “Dat klopt. Wandelen is echt een gezelschapssport. Ik vind ook dat ik soms beter moet opletten. Aan de andere kant: wij zijn ook de meest kwetsbare groep in het bos. Omdat wij het meest wendbaar zijn, verwacht iedereen dat we wel even opzij gaan. Daar zit ook mijn frustratie: iedereen verwacht van ons dat we wel even de berm instappen. Daarom zoek ik ook de rustige plekken op en mijd ik de Utrechtse Heuvelrug; daar barst het van de mountainbikers.” Dewi houdt ervan om met haar paard te ‘struinen’. Dan kiest ze een gebied uit dat ze niet kent en ziet ze wel waar ze uitkomt. Wel hanteert ze dan een topografische kaart die de meeste ruiter- en wandelpaden aangeeft, maar ze mist op deze kaarten de MTB-paden. “Het kan zijn dat ik dan paden van andere bosgebruikers kruis. Vaak gaat het goed. Maar zeker als er mensen zijn met loslopende honden of met paraplu’s, moet ik enorm op mijn hoede zijn wanneer ik een onervaren paard mee heb, omdat die hier van zou kunnen schrikken.”
SPREEK ELKAAR AAN Werk aan de winkel voor de bonden dus, meer duidelijkheid, betere bordjes. Ook de KWBN zou wel wat meer aan regelgeving moeten doen, vindt Wanda. “Er is de eeuwenoude discussie: loop je nu rechts of links? Dat is in principe niet geregeld.
OVER DE BUITENCODE
De Buitencode is een gezamenlijk initiatief van Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, LandschappenNL, Atletiekunie, KNHS, KWbN, Wandelnet, Sportvisserij Nederland en wielersportbond NTFU. Wandelend, fietsend, vissend, hardlopend, mountainbikend of te paard. Iedereen geniet op z’n eigen manier van de natuur. Om elkaar de ruimte te geven en de natuur te beschermen, is er nu de Buitencode en deze bestaat uit vijf simpele regels:
- 1 Respecteer de natuur
- 2 Houd je aan de toegangsregels
- 3 Geef elkaar de ruimte
- 4 Wees vriendelijk
- 5 Spreek elkaar aan
Als iedereen de code respecteert, kunnen we allemaal blijven genieten van de natuur. Ruimte voor elkaar, sportief gebaar! Meer informatie over de buitencode en andere omgangstips om het met elkaar gezellig te houden in de natuur vind je op buitenrijden.nl.
HOE SOCIAAL BEN JIJ ALS NATUURSPORTER? Rijd jij vaak buiten en heb je nog suggesties voor de buitensportbonden? Heb jij goede tips of ideeën hoe we als natuursporters nog socialer met elkaar kunnen omgaan in de natuur? Laat het ons dan weten via onze social media kanalen Facebook of Instagram of tag ons via @knhsbuitenrijden.
Veel wandelaars kiezen voor links, want dan zien ze het verkeer aankomen. Ik loop liever rechts op een fietspad, omdat anders elke fietser voor mij moet uitwijken, terwijl ik niet zie wat er achter mij gebeurt. Maar daar zijn geen regels voor en als ik hierover iets op de socials post, zijn de fanatieke reacties niet van de lucht. Misschien is het goed als de bond hier vaste regels over gaat vastleggen." Over codes gesproken: de NTFU heeft onlangs de Buitencode gelanceerd met vijf simpele gedragsregels voor sporters in de natuur. Wanda wil graag inhaken op code: 5 ‘Spreek elkaar aan’. Een heikel punt, zo blijkt. “Ik probeer het wel, maar het is lastig. Als ik tegen een montainbiker zeg: ‘Hé was dit nou nodig?’ dan is hij al twintig meter verder, dus moet ik mijn stem verheffen. En dan krijg je vaak een grote mond terug.” Dewi: “Ik denk dat er in de media ook te weinig voorlichting wordt gegeven. Er wordt wel geschreven over incidenten en wat er is gebeurd. Dat is goed voor de bewustwording, maar het zou veel beter zijn als er stukjes voorlichting worden geschreven. Dat zie je maar zelden.”
MEER BEWUSTWORDING Mountainbiker Bart vindt eigen verantwoordelijkheid ook van groot belang. “Ik denk dat het niet verkeerd is om mensen wat meer bewust te maken van andere bosgebruikers en dat je elkaar moet respecteren. Er loopt in het bos veel door elkaar heen en de incidenten zorgen voor een slechte naam. Dat moet je als sporter zien te voorkomen.” Dewi: “Ik denk ook dat de problemen per gebied verschillen. Of per dag. Doordeweeks is er zelden iets aan de hand, maar op zondagmiddag, als al die gezinnen gaan lopen, gaat het vaak mis. Wandelaars, ruiters en fietsers die echt hun sport beoefenen, zullen liever het bos induiken als het niet zo druk is. De recreatieve bosgebruikers gaat juist op zondagmiddag, voor de gezelligheid.” Wanda: “Ik denk ook dat het per gebied verschilt. Je hebt gebieden waar alles heel goed gereguleerd is, maar er zijn ook bossen waar het niet duidelijk is wat nu een wandelpad of mountainbikeroute is. Ik pleit voor meer borden met Verboden voor wandelaars of Verboden voor fietsers. Hoe duidelijker, hoe beter. Dat zou echt een hoop oplossen in onze prachtige natuur.” <