Wat is harmonie?
Het woord harmonie wordt door veel paardensportliefhebbers gebruikt, wat het een ruim begrip maakt. Harmonie is echter veel meer dan een modewoord. De FEI beschrijft al sinds jaar en dag dat paard en ruiter hun werk samen in harmonie, met lichtheid en met gemak moeten volbrengen. Amazone Jill Bogers, instructeur Jacquelina Fiechter en jurylid Mariëtte Sanders gaan met elkaar aan het werk om ‘harmonie’ handen en voeten te geven.
Tekst Steef Roest Beeld Fleur Louwe
Jill Bogers en de zesjarige KWPN-hengst Lennox U.S. hebben een succesvol seizoen achter de rug. Het duo werd vijfde op het EK voor Junioren en op het WK voor Jonge Dressuurpaarden zat er een bronzen medaille in. Bogers en de zoon van Grand Galaxy Win worden geregeld geprezen vanwege hun harmonieuze verrichtingen. Op een zonnige middag demonstreert deze jeugdamazone samen met haar trainer Jacquelina Fiechter hoe zij harmonie in hun training centraal zetten. FEI-vijfsterrenjurylid en KNHS-hoofdofficial Mariëtte Sanders-van Gansewinkel completeert het gezelschap en gaat nader in op het begrip harmonie.
WAT IS HARMONIE? “Bij een paard dat in harmonie met zijn ruiter door de baan gaat, lijkt het alsof alles als vanzelf gaat”, vertelt Mariëtte. “De gevraagde arbeid kost geen moeite en het paard lijkt uit zichzelf de oefeningen te doen. Het gevaar dreigt soms dat ruiters doorslaan naar de andere kant en dat er helemaal niets gebeurt. Dat is geen harmonie, want harmonie heeft alles te maken met samenwerken, wat betekent dat je samen aan het werk bent. Wat we wel graag zien, is dat de afstemming tussen paard en ruiter zo is dat de hulpen onzichtbaar zijn. Vanzelfsprekend hebben we het dan over een goedgaand paard dat met de nodige expressie zijn werk doet. Het valt me bij Jill op dat dit allemaal erg goed voor elkaar is”, legt het jurylid uit.
BLIJHEID Trainer Jacquelina Fiechter vult aan: “Bij een harmonieus gaande combinatie straalt het paard ook blijheid uit. De ruiter is in staat om met kleine en onzichtbare hulpen te rijden. Evenwicht is een belangrijke factor om tot harmonie te komen: hoe beter je het paard recht en op het achterbeen kunt houden, hoe meer balans er ontstaat, waardoor het paard lichtvoetiger wordt, meer schoudervrijheid ontstaat en er als vanzelf meer expressie ontstaat.”
Mariëtte: ‘Bij een paard dat in harmonie met zijn ruiter door de baan gaat, lijkt het alsof alles als vanzelf gaat’
Jacquelina: “Ik geef altijd het advies om in de wedstrijdbaan de teugels net wat korter te pakken. Zo houd je je handen naar de mond toe en dat geeft in ieder geval een fraaier beeld.”
Jill Bogers heeft van nature een gemakkelijke houding. Een correcte houding en zit is volgens trainer Jacquelina één van de belangrijkste factoren om tot een goedgaand paard te komen.
ADVERTENTIE
In bovenstaande video zie je Mariëtte Sanders vanuit haar rol als jury en Jacquelina Fiechter als trainer aan de slag gaan met amazone Bogers en Lennox U.S., waarbij het aspect harmonie de rode draad vormt.
Jurylid Mariëtte Sanders (links) en trainer Jacquelina Fiechter zijn erover eens dat harmonie alles te maken heeft met de samenwerking tussen ruiter en paard.
HOUDING Jill Bogers heeft van nature een gemakkelijke houding. Een correcte houding en zit is volgens haar trainer één van de belangrijkste factoren om tot een goedgaand paard te komen. “Het verhaal begint bij de ruiter, niet bij het paard. Het lijkt alsof Jill niets doet, dat maakt het mooi. Voor een gemiddelde ruiter is het niet zo vanzelfsprekend om daar te komen. Als je zelf niet goed kunt zitten, blijf je altijd de storende factor. Wij geven nog geregeld zitlessen, ook aan Grand Prix-ruiters. Hoe beter het paard is afgericht, hoe verfijnder de motoriek van de ruiter kan zijn. Bij sommige paarden is het ook niet eenvoudig om makkelijk te zitten en subtiel in te werken. Lennox heeft een goede bouw, een makkelijke hals en een fijn karakter. Hij is niet heet en ook niet lui. Al die factoren maken het makkelijker om goed te kunnen zitten. Jill heeft een goede motoriek, is coachbaar en heeft van nature een goede zit. Het kunnen kantelen met je bekken is een belangrijke factor om tot harmonie te komen." "Ik geef mijn leerlingen altijd het advies om in de wedstrijdbaan de teugels net wat korter te pakken”, vervolgt Jacquelina. “Je ziet vaak dat ruiters met een langere teugel ook meer met hun handen naar achteren rijden. Met een kortere teugel houd je je handen naar de mond toe en dat geeft in ieder geval een fraaier beeld.”
Jacquelina: ‘Bij een harmonieus gaande combinatie straalt het paard blijheid uit’
GEBREK AAN HARMONIE Spanning in het paardenlijf, een zuur orenspel, een onrustige mond, een open mond of een zichtbare tong, een overmatig zwiepende staart, een ruiter die zichtbaar hard moet werken. Dat zijn allemaal kenmerken van een gebrek aan harmonie. Toch moeten we volgens Mariëtte voorzichtig zijn met oordelen. “Het totaalplaatje is belangrijk. Een paard dat een keer zwiept met zijn staart, of onrust met zijn mond toont, gaat niet per definitie in disharmonie met zijn ruiter. Gelukkig hebben we in het juryhok reglementen als leidraad. Een tong die zijwaarts naar buiten steekt is fout, net als een volledig opgetrokken of blauwe tong. Een beetje spelen met de tong is daarentegen geen enkel probleem. Sommige paarden likken hun eigen schuim op. En over schuim gesproken: het ene paard schuimt nou eenmaal meer dan een ander doet. Daar kun je lang niet altijd conclusies aan verbinden. Als juryleden kijken we naar het hele silhouet, en niet alleen naar de mond, tong, hals of staart. Of staartzwiepen meegenomen wordt in de beoordeling? Ook dat hangt van de situatie af. Bij zomers weer kunnen insecten een rol spelen, maar als bij een bepaalde oefening de staart als een propeller begint te zwiepen, kan ik dat niet negeren.” Volgens Mariëtte verraden ruiters ook geregeld of er sprake is van harmonie. “Als ruiter heb je de taak om in ieder geval de impressie te geven dat het makkelijk verloopt. Sommige ruiters laten in hun gezichtsuitdrukking veel zien, daar hoeft lang niet altijd negatief rijgedrag aan te kleven. We kennen allemaal de voorbeelden van ruiters die in de proef hard aan het werk zijn en toch een goed resultaat neer weten te zetten.”
Het is belangrijk om respect voor een paard te hebben als hij aangeeft het moeilijk te vinden. Als trainer moet je daarvoor waken, je kunt een paard niet altijd blijven oppompen.
LEEFTIJD VERSUS AFRICHTINGSGRAAD Lennox U.S. loopt heel geroutineerd door zijn oefeningen heen, dat bevestigde beeld draagt bij aan een harmonieuze uitstraling. Toch waarschuwt Mariëtte Sanders dat dit zeker niet voor elke zesjarige vanzelfsprekend is. “Jill en Lennox zijn niet de norm. De meeste paarden en ruiters hebben daar een veel langer traject voor nodig. Er zijn maar enkele paarden die dit niveau op deze leeftijd al zo goed beheersen. Het WK is de top van de piramide, de meeste ruiters kunnen maar beter wat meer tijd nemen. Te snel te veel willen draagt vrijwel nooit bij aan een harmonieus beeld.” “Als trainer moet je altijd goed observeren en ook aangeven wat er mogelijk is”, vult Jacquelina Fiechter aan. “Zeker jeugdruiters moet je daarin heel goed begeleiden. Dat heeft met gevoel ontwikkelen te maken en ook met empathie voor je paard. Trainen gaat over het leren opzoeken van grenzen, daar hoort ook bij dat je op tijd hoort te stoppen. Ik dacht in het voorjaar nog dat de Junioren-proeven te vroeg kwamen voor Lennox, maar hij heeft zich heel goed doorontwikkeld. Dat is voor een deel te danken aan zijn goede karakter, maar het is ook simpelweg allemaal de goede kant opgevallen.”
MINDERE DAGEN HOREN ERBIJ Wat doet Mariëtte Sanders als zij vanuit het juryhokje een paard ziet dat te groen is voor het gevraagde niveau? “Het blijft een momentopname natuurlijk. We kunnen zeker aangeven dat een ruiter de tijd mag nemen voor de africhting, maar een paard met positieve kwaliteiten mag ook positief gewaardeerd worden. Daarbij komt dat een paard een mindere dag kan hebben. Er zullen altijd dagen zijn waarop het niet zo vanzelfsprekend aanvoelt. Als ruiter moet je dan niet in het slechte gevoel blijven hangen. Veel ruiters zijn dan gefocust op het zwaarmoedige gevoel. Het helpt om aan het grotere geheel te denken. Wees ook niet bang om niet alles van je paard te vragen als hij zijn dag niet heeft.”
FOUTEN KIJKEN “Het is zaak om de kwaliteit van het paard te blijven herkennen en het goede dat een combinatie laat zien te waarderen”, vervolgt het jurylid. “In onze sport bestaat de neiging om te veel naar fouten te kijken. Er bestaan fouten die zelfs een leek herkent: een fout in een wisselserie of een taktfout in het uitstrekken. Maar die fout in de wisselserie betekent niet altijd een 4, zeker niet als de rest van de wissels prachtig doorgesprongen zijn en het paard op de juiste manier door de serie heenloopt. Kijk altijd naar het totaalbeeld en zoek bij iedere combinatie het positieve op: wat gaat er wél goed?”
GRENZEN OPZOEKEN Trainen gaat over grenzen opzoeken en dat brengt vanzelfsprekend weleens wat spanning met zich mee. Volgens Fiechter is het belangrijk om niet continu de grens op te zoeken: “Een paard kiest altijd voor de makkelijke weg. Als ruiter moet je constant blijven prikkelen om kracht, souplesse en rechtgerichtheid te blijven ontwikkelen. Als ruiter hoor je te weten wanneer je terug moet schakelen. Een paard kan niet praten, maar vertelt je wel heel veel. Een paard haakt af als hij keer op keer over zijn grenzen wordt geduwd. Het is belangrijk om respect voor een paard te hebben als hij aangeeft het moeilijk te vinden. Als trainer moet je daarvoor waken, je kunt een paard niet altijd blijven oppompen.” “Bij Lennox ontstaat er meteen meer expressie als hij meer aan het werk wordt gezet. Dat moet je wel blijven aanstippen om een paard te blijven verbeteren. Het opzoeken van die grenzen hoort bij de ontwikkeling van het paard. Daarbij moet het correcte paardrijden altijd op de eerste plaats staan”, besluit Mariëtte Sanders. <