Shooting star Dinja

‘Gaaf om van de Spelen te proeven’

Als een komeet schoot ze in een paar maanden tijd met twee paarden de wereldtop in, met de Olympische Spelen in Tokio als kers op de taart, weliswaar als reserve. Dinja van Liere is de belichaming van keihard werken en ze laat zien dat het loont.

Tekst Koosje Mulders Beeld Sushilla Kouwen

Hoe is de paardenliefde bij jou ontstaan? ‘Mijn broers reden motorcross vroeger en hadden een sponsor waar onze familie ook een vriendschap mee had opgebouwd. Wij kwamen dus ook wel eens bij die sponsor thuis en zij hadden paarden aan huis. De eerste keer dat ik daar een paard zag, was ik direct helemaal verkocht. Ik was een jaar of vijf, zes. Mijn opa heeft toen voor mij een tienrittenkaart bij de manege gekocht en mij iedere week daar heen gebracht. Ik vond de manegelessen alleen hartstikke saai. Ik mocht ook af en toe op de pony’s van de vrienden rijden en zij gingen veel harder. Op de manege vond ik het veel te langzaam gaan, haha. Dan gaf ik mijn pony stiekem buiten het zicht van de instructrice een tikje om sneller te gaan, maar dan kreeg ik natuurlijk op mijn kop. Op mijn zevende kreeg ik van mijn opa mijn eerste eigen pony Flits. Met Flits heb ik veel gesprongen en buitenritten gemaakt, dressuur vond ik suf. Maar daarna kreeg ik een pony die niet echt wilde springen. Een beetje noodgedwongen ben ik dressuur gaan rijden. Ik wilde per se het Z halen, dus dan maar in de dressuur. Daar is mijn springcarrière gesneuveld. En van die pony heb ik echt doorzettingsvermogen geleerd, want dat was niet de makkelijkste.’

‘Ik heb mijn paardenleven aan mijn opa te danken’

Daarna kwam de overstap naar de paarden en ging je werken bij Stal Hexagon van Leunus van Lieren. Hoe kwam je daar terecht? ‘Ook mijn eerste paard kreeg ik van mijn opa. Ik heb altijd alles samen met mijn opa gedaan. Ik heb mijn paardenleven aan hem te danken. Maar dat paard had alsmaar blessures, dus kwam ik er niet aan toe om veel wedstrijden te rijden. Zo ontstond het dat stalgenoten aan mij vroegen of ik hun paarden wilde rijden. Langzaamaan kreeg ik steeds meer paarden van anderen onder het zadel. Op een gegeven moment had ik er een in training waar ik Z2 mee wilde starten, maar ik had problemen met de wissels. Toen ben ik daarvoor gaan lessen bij Thamar Zweistra bij Stal Hexagon.

Vijftien paarden rijden vergt nogal wat planning’

Het is inspirerend om te zien hoe topsporters alles op alles zetten om hun doelen te halen’

Dinja van Liere De 31-jarige Dinja van Liere komt uit het Zeeuwse Goes en ging elf jaar geleden aan de slag voor Stal Hexagon. Daar kreeg zij de kans om met verschillende paarden succesvol te worden in de sport. Zo behaalde ze brons op het WK Jonge paarden in 2012 met Duval’s Capri Sonne en maakte ze haar Grand Prix-debuut in 2013 met Hexagons Roumanda. Vele (inter)nationale successen volgden, ook nadat zij voor zichzelf was begonnen. Nog geen jaar geleden begon Dinja met Hermès en Haute Couture in de Grand Prix en gooide direct hoge ogen. Toen zij zich afgelopen mei in München staande hield tussen de wereldtop, kon niemand meer om haar heen. Anderhalve maand later haalde ze met Hermès brons op het NK en maakte deel uit van het winnende Nations Cup team in Rotterdam. Ze was als reservecombinatie mee naar de Olympische Spelen en een maand later eindigde ze op het EK als beste Nederlander op de tiende plaats.

Op die manier is het eerste contact ontstaan en ben ik uiteindelijk voor Leunus en Thamar gaan werken. Daar heb ik veel goede paarden mogen opleiden en op concours mogen uitbrengen. Bij Hexagon heb ik een geweldige tijd gehad en ontzettend veel geleerd. Na ruim vier jaar, in 2015, besloot ik voor mijzelf te beginnen. Ik vestigde mij in Werkendam, waar op dat moment ook Laurens van Lieren zijn eigen bedrijf had. Voor mij was het fijn dat ik steun had aan Laurens. Als je net op je eigen benen staat, is het prettig om iemand te hebben die je daarin helpt en waar je mee kan sparren.’

En nu woon en werk je in Uden bij Eugene Reesink. ‘Ja sinds een jaar zit ik in Uden, maar nog steeds als zelfstandige. Ik reed al paarden voor Eugene en hij wilde zich meer richten op de hengstenhouderij met een nieuwe stal. Op dat moment zocht ik naar een nieuwe accom­modatie. Eén en één was twee.

Ik ben verhuisd en heb daar inmiddels dertien paarden om te rijden, voornamelijk jonge hengsten. Er staan verder ook geen andere paarden, dus ik heb daar eigenlijk een privé stal. Het voelt ook een beetje alsof het van mij is. Dat is zo’n grote luxe. Daarnaast heb ik mijn twee Grand Prix-paarden, de hengst Hèrmes en de merrie Haute Couture, die allebei negen jaar oud zijn. Maar zij zijn allebei van Joop van Uijtert en staan dus ook bij hem op stal in Heerewaarden. In totaal rijd ik dus vijftien paarden. Dat vergt nogal wat planning.’

Hoe ziet een gemiddelde dag er voor jou uit? ‘Ik begin de dag altijd in Uden. Omdat de meeste paarden nog jong zijn, rijd ik ze niet iedere dag natuurlijk. Wanneer ik thuis klaar ben, vertrek ik naar Heerewaarden voor Hèrmes en Haute Couture. Ik ga daar ongeveer vijf keer per week heen. In de avonduren geef ik dan nog een aantal lessen in Uden.

Al met al ben ik meestal zeven dagen in de week aan het werk. Als ik een keer geen concours heb, probeer ik de zondag wel vrij te houden, maar dat lukt lang niet altijd. Met wedstrijden tussendoor is het een hoop geregel om alles voor elkaar te krijgen. Gelukkig helpt Michelle van Lanen twee ochtenden in de week met rijden. En het is voor mij opstappen en wegrijden als zij ze getraind heeft.’

Wat vindt jouw vriend van je drukke agenda? ‘Ja haha, arme Robin. Nee hoor, hij kan er goed mee omgaan, hij is niet anders gewend. Hij heeft altijd geweten dat ik een druk bestaan heb en gelukkig vindt hij het prima om met mij bij de paarden te wonen. Hij weet dat ik niet iedere avond braaf op de bank naast hem zit en snapt waar ik het voor doe. In Uden kan hij lekker mountainbiken in het bos, dus hij kan daar zijn hobby beoefenen. We hebben elkaar 2,5 jaar geleden op wintersport ontmoet en hij had destijds niet echt iets met paarden. In het begin was het wel heftig voor hem. Het is toch allesbehalve een normale baan. Ik heb ook vaak moeten uitleggen: ‘In de paarden werkt dat niet zo’. Ik heb misschien meer boerenverstand en hij is wat meer stads. Maar hij vindt het steeds leuker. Hij kan genieten van de gezelligheid er omheen, op concours bijvoorbeeld. Daarnaast is hij niet bang en wordt hij steeds handiger

met de paarden. We zijn verloofd, maar door corona stellen we de bruiloft nog even uit. Ik wil 100 procent zeker weten dat we een groot feest mogen geven, want ik wil het wel goed kunnen vieren.’

Robin is zelfs zo handig geworden dat hij met jou mee ging naar Tokio als groom. ‘En dat terwijl we elkaar daar maar weinig konden zien. We sliepen niet bij elkaar, dus alleen in de stallen waren we samen. Maar ik was heel blij dat hij er was. Tokio was een aparte ervaring. Eerst moest ik de teleurstelling verwerken van het debacle met Hermès, waardoor ik mijn teamplek met hem verloor. Dat ik vervolgens als reserve alsnog meekon met Haute Couture was aan de ene kant geweldig, maar aan de andere kant toch ook zuur. Ik had zo graag willen rijden. Haute Couture was in topvorm en je moet evenveel regelen en ervoor doen als de ruiters die wel aan de start komen. Ik was daar samen met mijn trainster Rieky Young iedere dag heerlijk aan het rijden, maar mocht de ring niet in. Toch ben ik heel blij dat ik geweest ben. Het was gaaf om van de Spelen te proeven, ondanks dat er ditmaal minder olympisch gevoel was. Jammer dat we geen andere sporten hebben gezien en niets van de stad hebben meegekregen. Het olympisch dorp vond ik in ieder geval wel cool.

Kijk je nu uit naar de Spelen in Parijs in 2024? ‘Natuurlijk blijf ik een olympische droom hebben. Maar drie jaar duurt nog lang en daarin kan een hoop gebeuren. Ik ben in 2016 als toeschouwer in Rio geweest en daar begon het bij mij al te kriebelen. Ik weet zelfs nog dat ik echt al dacht aan Hermès en Haute Couture, maar toen dacht dat ze te jong zouden zijn voor Tokio. Wat dat betreft is corona voor mij gunstig geweest. Een jaar eerder had het sowieso niet gekund. In Rio ben ik ook naar andere sporten geweest, dat vond ik geweldig. Ik ben een groot fan van alle sporten, zeker op het allerhoogste niveau. Het is inspirerend om te zien hoe topsporters alles op alles zetten om hun doelen te halen. Hopelijk mag ik het nog eens meemaken om daadwerkelijk in het team te zitten voor een olympiade. En niet onbelangrijk, dat we dan ook weer andere atleten van TeamNL kunnen toejuichen en de Spelen kunnen beleven zoals ze bedoeld zijn.’

Je was dit jaar de beste Nederlandse combinatie op het EK, hoe was dat voor jou? ‘ Ja, het EK was een geweldige ervaring. Ik had vooraf besloten om niet Hermès, maar Haute Couture mee te nemen. Dat was voor velen een verrassing, maar ik heb met haar super goed door kunnen trainen in Tokio. Ik wilde haar gewoon heel graag laten zien in de ring en dat is tijdens het EK in Hagen goed gelukt. Ze was in zeer goede vorm en ik ben heel blij dat ik dat op een groot toneel heb kunnen laten zien. Bovendien is Haute Couture ook heel stabiel in haar prestaties. Ze laat echt nooit een steekje vallen, ik kan volledig op haar bouwen en vertrouwen. Mijn doel was om richting de 75% te scoren en ik ben super blij dat het ons is gelukt. Zeker over de Grand Prix Spécial was ik heel tevreden. We hebben weer twee persoonlijke records erbij.

In de Kür op muziek zaten nog wel een paar foutjes, maar dat komt ook omdat het onze eerste Kür was op Grand Prix-niveau. Ze schrok een beetje van de muziek door de speakers, dus het kan zeker nóg beter. Met mijn andere paard Hermès verwacht ik in de toekomst nog vele grote concoursen te kunnen rijden. Hij is dekhengst en dus zal Joop hem eerder aanhouden dan Haute Couture. Het is al geweldig dat hij Haute Couture nog niet eerder heeft verkocht, want als hengstenhouder is het niet heel logisch om een merrie aan te houden.'

Wat staat er verder nog meer op de planning? 'Een week na het EK ga ik met Hermès naar Aken en dan zit het buitenseizoen er weer op. Daarna focus ik mij met beide paarden op het wereldbekerseizoen. Daarnaast wil ik met Hartsuijker graag Grand Prix starten en met Independent Little Me internationaal Lichte Tour. En dan hebben we de jonge paarden nog voor de Subli Competitie en de KWPN Hengstencompetitie. Of ik nog op vakantie ga? Voorlopig niet. Ik heb genoeg kunnen uitrusten in Tokio en ik kon juist niet wachten om weer volle bak aan de slag te gaan.’

Als je een keer bij hoge uitzondering even weggaat of een dag vrij hebt, wat doe je dan? ‘Ik ga heel graag uit eten. Dat doen we aardig vaak. We hebben veel vrienden in de buurt wonen en daar spreken we regelmatig mee af. Daarnaast vind ik winkelen leuk en op vakantie lig ik het liefst lekker te niksen op het strand, of op wintersport. Ik probeer in mijn vrije tijd zoveel mogelijk gezellige dingen te plannen. Ik geniet oprecht iedere dag van mijn paarden en ben dankbaar voor de fijne samenwerking die ik heb met Joop en Eugene. Voor nu is het een ideale situatie en ik hoop dat het nog lang zo door kan blijven gaan.’ <