SPORT
‘Eventing heeft syndicaten nodig’
Bondscoach eventing Andrew Heffernan zou graag zien dat er, naar Brits voorbeeld, syndicaten van eigenaren komen. Op die manier kunnen goede paarden behouden blijven voor de Nederlandse sport.
Tekst Koosje Mulders Beeld arnd.nl
In Andrews thuisland Groot-Brittannië komen syndicaten al veel voor. Een syndicaat is, in dit verband, een soort vereniging van eigenaren. Een paard heeft in een syndicaat meerdere eigenaren, die allemaal een gelijk deel van het paard bezitten. Het is, volgens de bondscoach, dé manier om getalenteerde paarden te verkrijgen en te behouden voor de ruiters. Goede ervaringen Andrew maakt persoonlijk al jaren gebruik van syndicaten voor zijn paarden, waaronder voor zijn olympische paard Myllthyme Corolla (London, 2012) en voor Boleybawn Ace, waarmee hij teambrons behaalde op de Wereldruiterspelen in Caen (2014). De syndicaten hebben een grote bijdrage geleverd aan zijn prestaties. ‘Ik heb veel gewerkt met syndicaten voor mijn paarden in mijn carrière en heb er niets dan goede ervaringen mee. Ze verschilden van twee tot wel tien eigenaren, maar het verliep altijd soepel. Het belangrijkste van dit concept is de doelstelling. Het is geen investeringsfonds. Er is geen winstoogmerk. Het is dus niet de bedoeling dat het paard in kwestie wordt verkocht.
De mensen die in het syndicaat stappen, doen het echt uit liefhebberij. Zij investeren in de sport, in de ruiters en in hun eigen plezier. Ze kunnen dan ook voor een relatief klein bedrag meedoen. Het geeft eventingenthousiastelingen de mogelijkheid betrokken te zijn bij een potentieel teampaard voor een paar duizend euro en een kleine maandelijkse bijdrage voor de onkosten van de ruiter. Ik vraag bijvoorbeeld 180 euro per maand, maar dat is ongeacht of er hogere kosten zijn of niet. Ik neem altijd zelf de kosten van de dierenarts, hoefsmid, wedstrijden et cetera voor mijn rekening. De maandelijkse bijdrage blijft altijd hetzelfde. Een eventingruiter verdient dan in de winter, als er geen concoursen zijn, iets meer dan in de zomer, maar dat vind ik de transparantste en eerlijkste manier om met de eigenaren om te gaan. Tegenover hun steun staan zaken als stalbezoeken en trips naar wedstrijden. Omdat ze deels eigenaar zijn van één paard, zijn ze meer betrokken bij het paard zelf en bij de ruiter. Dat is nog een wezenlijk verschil met een groot investeringsfonds.’
NIET GENOEG TOPPAARDEN Andrew legt uit waar het in de Nederlandse eventing momenteel nog wel eens misgaat. ‘We hebben simpelweg de paarden niet. Of beter gezegd, de goede paarden worden bijna allemaal verkocht, omdat de ruiters geen financiële steun hebben en vaak afhankelijk zijn van andermans paarden. Maar goede paarden maken goede ruiters. Zonder de talenten onder het zadel krijgen de talenten in het zadel niet de kans beter te worden, terwijl hogere resultaten ook weer leiden tot meer sponsoring. Dan komt de gehele sport in de lift. Het is een sneeuwbaleffect. Ik wil toejuichen om al vanuit de breedtesport een betere infrastructuur te creëren voor een langere termijn van vijf tot tien jaar. Nu klopt een fokker met een interessant jong paard vaak bij een ruiter aan voor de training. De fokker wil niet voor de training betalen. De ruiter krijgt alleen een bepaald percentage van de koopsom wanneer het paard wordt verkocht. Daardoor is de kans heel groot dat het paard naar het buitenland wordt verkocht, zodra het op de wedstrijden goed gaat.
Ik kan achter de schermen adviseren over de opzet’
Als zo’n paard daarentegen wordt aangekocht door een syndicaat, kan het voor de ruiter behouden blijven en heeft de fokker alsnog zijn geld verdiend. Op die manier kunnen we in Nederland beschikken over paarden die zowel de juiste kwaliteit als de juiste mentaliteit hebben. Nu zie ik nog te veel dat ruiters het moeten doen met paarden die het een of het ander hebben. Die zijn goedkoper om zelf aan te schaffen of ze worden juist moeilijker verkocht, waardoor ze langer blijven.’ VERDER PROFESSIONALISEREN Een ander groot voordeel van een syndicaat is volgens Andrew de noodzaak om te professionaliseren. ‘Een syndicaat dwingt ruiters om zakelijker te zijn. Ze moeten een duidelijk plan maken en presenteren. Vervolgens moeten ze continu communiceren met de eigenaren. Ze moeten professionaliseren en perfectioneren en ik ben ervan overtuigd dat het rijden in het algemeen daar ook beter van wordt. Daarom hoop ik heel erg dat dit idee wordt opgepikt. Ik kan het helaas niet zelf daadwerkelijk organiseren vanwege mijn rol als bondscoach. Dat zou in de toekomst belangenverstrengeling kunnen geven en dat wil ik absoluut vermijden. Ik kan wel achter de schermen adviezen geven voor de opzet. Het mooiste zou zijn als hier iemand mee aan de slag gaat die interesse in eventing heeft en niet verbonden is aan een van de topruiters.’
Martin Richards: ‘Geweldig om die reis van en paard mee te maken’
Martin Richards is een van de eigenaren in de syndicaten van Andrew. Ze werken al jaren samen en Martin heeft de grootste successen van Andrew van dichtbij meegemaakt. Martin: ‘Ik ben een lid van Andrews syndicaten van het eerste uur. Ik doe het voor mijn eigen plezier, niet om geld mee te verdienen. Het is geweldig om de reis van het paard mee te maken. Sommige hebben we als jaarling gekocht en zijn uitgegroeid tot internationale toppaarden. Het is prachtig om te zien als ze hun potentie waarmaken. Ik heb een camper en reis geregeld af naar de wedstrijden. Voor ons is het hobby en een weekendje weg, waar we enorm van genieten.’
Elaine Pen: meer focus, minder druk en meer zelfvertrouwen
Olympisch eventingamazone Elaine Pen staat zeer positief tegenover het idee van Andrew. ‘Het is een mooi concept om de sport voor de ruiters te faciliteren. Met een syndicaat kan een ruiter veel meer focussen op de trainingen en wedstrijden in plaats van handel en andere nevenactiviteiten. Daarnaast is er geen druk om het paard zo snel mogelijk klaar te maken voor verkoop. Je kunt het paard in alle rust gedegen opleiden. Het geeft een ruiter bovendien zelfvertrouwen als mensen in jou willen investeren.
Ik denk dat dit soort initiatieven noodzakelijk is in Nederland. Eventing is een beetje het ondergeschoven kindje. Zelfs de kaderleden hebben het financieel moeilijk. We willen heel graag meer professionaliseren, maar we hebben vaak de middelen niet.’ <