5
vragen aan KNHS-directeur Patrice Assendelft
‘Als je toekomstbestendig wilt zijn, zul je moeten veranderen’
Patrice Assendelft (52) begon vorig jaar aan een nieuwe, deels ook vertrouwde uitdaging. Waar hij de eerste maanden het algemeen directeurschap nog combineerde bij twee sportbonden, staat sinds dit jaar de focus volledig op de KNHS. Aan de hand van vijf vragen reflecteren we met Assendelft op zijn eerste 100 dagen.
Tekst Peter van Pinxteren Beeld Casper Rila en Arnd Bronkhorst
|1|
In hoeverre voelde de overstap als een sprong in het diepe na zestien jaar trouwe dienst bij motorsportbond KNMV? “Aan de ene kant wel, aan de andere kant niet. Ook hier heb je je verenigingsgovernance, en dus te maken met een bestuur, ledenraad, NOC*NSF, noem maar op. Dat is dus hetzelfde. De tak van sport is echter totaal onvergelijkbaar. Hier komt de dimensie paard om de hoek kijken en dat creëert een hele interessante situatie. Nu is het zo dat tegenwoordig iedereen in de maatschappij ergens een mening over heeft. Dat was bij de motorsport zo en bij de paardensport natuurlijk ook, en dan vooral terug te voeren op de social media. Maar wat ik vervolgens bijzonder vind, als je naar deze social media kijkt, is dat men in de paardensport ook elkaar volop negatief bejegent. Dat gebeurt duidelijk meer in deze wereld dan in de andere. Als je een leuk bericht van jezelf met je paard plaatst, krijg je niet alleen maar duimpjes, om het zo maar te zeggen. In die zin moet je oppassen dat je als paardenbranche niet zelf je grootste vijand bent. Dat vind ik wel opmerkelijk. Het helpt natuurlijk niet als je constant openlijk aan het discussiëren bent, terwijl je eigenlijk een soort gemeenschappelijke opdracht hebt.”
|2|
Kun je die gemeenschappelijke opdracht nader benoemen en hoe werken we daar vanuit de KNHS aan? “Toen ik begon aan deze job hoorde ik al veel mensen zeggen: ‘Kunnen we over tien jaar nog wel steeds paardrijden?’ Nu denk ik dat dat zeker kan, maar tegelijkertijd denk ik; wat doen we er zelf aan? We zijn bijvoorbeeld begonnen met het opleiden van toezichthouders, maar daar krijg je niet alleen maar applaus voor. Terwijl je dat niet doet om mensen te plagen, maar omdat je ziet dat er nog dingen misgaan, waar je op in wilt kunnen grijpen. Je hoopt tegelijkertijd dat er een gezonde aanspreekcultuur ontstaat, waarbij mensen elkaar op een nette manier aanspreken als iets echt niet in de haak is. We zullen daarnaast heel kritisch moeten kijken hoe de sport nu georganiseerd is en hoe we innovaties kunnen gaan toepassen en dingen inzichtelijker maken, ook richting de buitenwereld, die momenteel vragen over bepaalde zaken heeft. Je kunt wel zeggen ‘daar hoeven ze zich niet mee te bemoeien’, maar de realiteit is dat ze dat wel doen en dat ze er iets van vinden. Dat betekent veel meer de wetenschap erbij betrekken en als KNHS het voortouw nemen in ontwikkeling en innovatie. Daar moeten we als KNHS in voorop willen lopen. Want als we dat niet doen, kan het over tien jaar wel zomaar spannend worden en dan zeggen mensen, ‘hé KNHS hebben jullie soms zitten slapen?’ Dan beter nu wat kritiek, ook vanuit je achterban, dan dat zoiets gebeurt.”
|3|
Wat valt je binnen deze ontwikkelingen in positieve zin op? “Wat me erg bemoedigt, zijn mijn gesprekken in de afgelopen 100 dagen met verschillende groepen uit het Young Leaders programma. Ik kreeg daar enorm veel energie van en ging na ieder gesprek echt blij naar huis. Voor hen is de toezichthouder een no-brainer en zij geven aan dat wij moeten veranderen. We hebben te maken met een hele traditionele wereld en als je toekomstbestendig wilt zijn, zul je moeten veranderen. Dat is ook de reden dat ik die Young Leaders een duidelijke positie wil geven binnen onze vereniging, maar vooralsnog buiten de bestaande governance. Ik wil graag een soort schaduwbestuur met Young Leaders inrichten en ze gevraagd en ongevraagd adviezen laten geven aan het bestuur en managementteam van de KNHS.
‘Ik kreeg enorm veel energie van mijn gesprekken met groepen Young Leaders’
Naast een jeugdbestuurslid in het eigen bestuur, pleit ik voor een jeugdbestuurslid in alle regio’s, en in sommige regio’s is dat ook al zo. Ik wil graag de wereld veranderen met de mensen die straks ook echt over deze wereld gaan. Geef ze een duidelijke stem, want ze hebben goede ideeën. Bij de Young Leaders zitten veel hoogopgeleide mensen van onder de dertig of zelfs onder de twintig, die op behoorlijk niveau paardrijden, instructie geven of ook al jureren, en het mooie is dat het grootste gedeelte van onze achterban ook binnen deze leeftijdscategorie valt. Ik wil zeker geen afbreuk doen aan de mensen die in het verleden, vanuit hun erfenis hele mooie dingen hebben neergezet en nog steeds doen in de paardensector, maar vanaf de buitenkant bekeken is het wel een wat verouderde bestuurderswereld. De sector houdt zichzelf zo nu en dan gewoon gegijzeld door van alles te vinden en in patronen te willen blijven zoals het altijd gegaan is. Ik zie dit meer terug in diverse geledingen van onze branche, waar vaak angstig wordt gereageerd en dingen ad hoc gebeuren. We moeten streven naar een gezonde mix van ervaring en jonge verfrissende instroom, met ook echt een stem en positie. Het is aan de zittende besturen om deze jongeren die positie te gunnen en ze hierbij te coachen.”
KNHS-directeur Assendelft wil de wetenschap meer betrekken bij de sport en vanuit de KNHS het voortouw nemen in ontwikkeling en innovatie.
Assendelft samen met Haike Blaauw (FNRS, midden) en Bastiaan Meerburg (KWPN), ‘partner-directeuren’ van de andere grote organisaties op het Nationaal Hippisch Centrum.
Assendelft verbaasde zich over de onderlinge bejegening van paardenmensen op social media, maar ziet tegelijkertijd positieve ontwikkelingen vanuit de jeugd.
|4|
Wat springt er nog meer uit in navolging van ‘je kennismakingsperiode’? “Bij de KNHS staan we aan de vooravond van een digitale transformatie, en daarmee ook een interne structuur- en procesverandering. Een grote operatie en ik snap goed dat als daar iets mis gaat, dit uitgevent wordt op social media. Maar vergis je er niet in dat onze organisatie ruim 500.000 starts op jaarbasis verwerkt. Dat is een flinke operatie en de hele digitale transformatie gaat tussen de drie en vijf jaar duren. Het doel is dat we een eigentijdse organisatie zijn, waar onze leden met twee à drie klikken hun producten en onze diensten bij ons afnemen en we de dienstverlening anders inrichten en dichter bij de mensen kunnen brengen. Dan kan er door ons meer tijd besteed worden aan het wel en wee van onze officials, instructeurs en sportaanbieders. Neem de officials. Voor deze grote groep mensen heb ik enorm veel respect en ik hoop dat dit ook vanuit ruiters en vooral ouders geuit wordt. Je kunt van alles vinden van een uitslag, een straf die je krijgt of over het feit dat je op een voorterrein wordt aangesproken, maar zonder al deze vrijwilligers is onze sport gewoon onmogelijk. Daar mag best meer aandacht voor zijn. Binnen de viering van 100 jaar KNHS is er een belangrijk gedeelte ingericht voor betere verbinding met onze officials. Zij verdienen het respect dat ze toekomt, alleen al als je kijkt naar hun vergoeding en wat ze wel eens over zich heen krijgen. Ze staan soms letterlijk en figuurlijk in de wind.”
‘Ik wil graag de wereld veranderen met de mensen die straks over deze wereld gaan’
|5|
Lobbyen voor de KNHS en de paardensport is in de huidige tijd belangrijk. Wat kun je daar vanuit je functie over vertellen? “Als KNHS zijn we aangesloten bij de Sectorraad Paarden, hét aanspreekpunt voor het ministerie van LNV voor het geval er onverhoopt een dierziekte uitbreekt, zodat het Ministerie via één loket de gehele branche kan aanspreken. Tegelijkertijd vind ik dat onze leden, bijna 150.000 in totaal, van ons mogen verwachten dat we ook rechtstreeks voor hen in de bres springen. Dat gaan we meer zelf doen als het gaat over sport en directe belangen gekoppeld aan de diensten die wij bieden. Ik vind dat we zelf veel meer aan de bal moeten zijn. Zo komen er binnenkort diverse Kamerleden bij ons op het Nationaal Hippisch Centrum op bezoek en zit ik zelf met enige regelmaat in Den Haag om de belangen van de KNHS en haar leden te behartigen. Zo zijn we bijvoorbeeld met het Ministerie in gesprek over het hitteprotocol. We moeten aan de politiek laten zien wie we zijn, wat we doen, dat we al veranderingen hebben doorgevoerd en bereid zijn veranderingen door te voeren voor een steeds duurzamer, veiliger en diervriendelijker klimaat. Daarnaast vinden er regelmatig gesprekken plaats met mensen van Dier&Recht. Je moet met dit soort partijen in gesprek blijven, want ik wil uiteindelijk ook weten wat hen beweegt en het proberen te snappen. Sterker nog, ik heb kortgeleden gesproken met Peter Janssen, de vegan streaker. Ik kan me niet identificeren met zijn acties, maar als je met elkaar in gesprek bent, kun je in ieder geval standpunten uitwisselen in een veilige setting. Je ziet maatschappelijk en in de politiek momenteel eerder het tegenovergestelde. Wie gaat nog echt met elkaar in gesprek en luistert naar elkaar? Men blaft elkaar af en haalt de ander liever door het slijk. Dat leidt tot niets. Ik wil daarom dat we als KNHS die leiderschapsrol binnen onze eigen sportbranche oppakken en proactief zijn op het gebied van welzijn, duurzaamheid, innovatie en sportontwikkeling. Wel zoveel mogelijk hand in hand met onze achterban en ketenpartners, zodat we die hierin meenemen. Ik hoop daarnaast dat er een groter gunklimaat komt als je kijkt naar onderlinge reacties. Prima wanneer je het even niet met elkaar eens bent, maar sabel elkaar niet zo af op social media. Als je het op deze wijze blijft doen, help je uiteindelijk je eigen sport naar de afgrond.” <
‘Zonder officials, een enorme groep vrijwilligers, is onze sport gewoon onmogelijk. Daar mag best meer aandacht voor zijn’
KENNISMAKINGSVIDEO
Kort na het aantreden van Patrice Assendelft als nieuwe algemeen directeur bij de KNHS maakte Paard&Sport-hoofdredacteur Peter van Pinxteren met hem de volgende kennismakingsvideo.