Sam dos Santos
‘VOLTIGE IS MIJN LEVEN’
Ogenschijnlijk uit het niets kwam voltigeur Sam dos Santos vorig jaar tevoorschijn, toen hij op pas 15-jarige leeftijd goud won op het WK voor junioren. Dit jaar gooide hij er nog eens een schepje bovenop. Als veruit de jongste deelnemer werd Dos Santos tussen de grote mannen vijfde op het WK in Herning; het beste Nederlandse resultaat ooit. Hoogste tijd dus voor een nadere kennismaking met het supertalent.
Tekst Peter van Pinxteren Beeld Sushilla Kouwen
Hoe zijn Sam dos Santos en de voltigesport ooit bij elkaar gekomen? “Mijn moeder is Nederlands en mijn vader Portugees. Wij gingen altijd in Portugal op vakantie en daar werd ook paardgereden door mijn ouders. Ik was zelf acht jaar. Echt rijden mocht ik nog niet, maar ik mocht wel wat dingen proberen met paarden. Er was daar toen een man die bekend was met voltige. Wij wisten niet eens wat het was. Die man zei, ga op dat paard zitten, laat je handen eens los of probeer eens rechtop te staan. Ik turnde al wat voor mijn plezier en door die achtergrond ging me dat allemaal goed af. Ik voelde direct dat dit mijn ding was; de moeilijkheid, de uitdaging, samen met een paard. Ik was helemaal verkocht. Weer thuis in België, waar ik woon, zijn we op zoek gegaan naar een club. Er zat er eentje redelijk dicht bij ons in de buurt, op een manege. Daar heb ik een aantal jaar gezeten. Op een wedstrijd in Nederland werd ik vervolgens gescout door mijn trainster, Diede Pierik van voltigevereniging De Heerevelden. ‘Jou willen we wel in ons team hebben’, zei ze tegen me. Ik vond dat super leuk. Hun niveau was veel hoger dan ik bij de club in België gewend was. Voor mij een hele mooie kans.”
Voor mensen die het niet kennen, wordt voltige samengevat als turnen op het paard. Maar volgens jou is het zoveel meer. Kun je dat uitleggen? “Persoonlijk vind ik de uitdaging en de moeilijkheid van voltige heel leuk. Juist door een combinatie van turnen en paardrijden komt er zoveel meer bij kijken. Ik beschouw het zelf meer als dansen op een paard dan als echte turnoefeningen. Bij turnen is het vaak oefening, na oefening, na oefening en is alles heel technisch. Voltige is meer artistiek, met ook beoordelingen voor je armbewegingen en gezichtsuitdrukkingen.
‘Ik voelde direct dat voltige mijn ding was; de moeilijkheid, de uitdaging, samen met het paard’
Het is losser, lichtvoetiger, echt meer een dans, zoals gezegd. Omdat je zit, staat en beweegt op het paard moet je de bewegingen van het paard goed kunnen voelen. Daardoor is voltige een heel goede manier om te ‘connecten’ met je paard. Ik denk dat het heel goed is voor je zit, houding en connectie met het paard en dus ook voor beginnende ruiters.”
In de Nederlandse voltigesport zijn veelal jongere meisjes actief. Krijg je daar als jongen vragen of opmerkingen over? “Je wordt wel eens raar aangekeken, maar vervelende opmerkingen heb ik nooit gehad, ook niet op school. Voltige doen we natuurlijk met paarden. Dat alleen al wordt door mensen sneller als een sport voor meisjes gezien en daar komt dan nog het turnen bij. Als ik zeg dat ik aan voltige doe en moet uitleggen wat het is, laat ik altijd filmpjes zien. Eigenlijk vindt iedereen het dan wel cool. Er wordt niet raar naar gekeken. Mensen vinden het eerder stoer wat ik doe. Het is ook echt een moeilijke sport.”
‘Ik beschouw voltige meer als dansen op het paard’
Ik heb een paar weken nodig gehad om het WK-goud te kunnen verwerken’
Sam dos Santos (2006, Retie) heeft een Nederlandse moeder, Portugese vader en woont in België. De nu zestienjarige Sam maakte op nog jongere leeftijd naam door met het paard Chameur en longeur Rian Pierik goud te winnen op het WK Junioren in Le Mans, en behaalde daarmee de eerste Nederlandse medaille ooit op een groot kampioenschap in deze discipline. Dos Santos voltigeert bij Voltigevereniging De Heerevelden in het Brabantse Handel, waar Diede Pierik, dochter van longeur Rian, zijn trainer is. Daarnaast voltigeert Sam ook in het onderdeel pas de deux, samen met Elise van de Ven.
Wanneer besefte je zelf dat je veel talent had? “Ik heb het altijd voor het plezier gedaan en ben daar niet zo mee bezig geweest. Natuurlijk wilde ik wel graag aan EK’s of WK’s deelnemen, maar dat is nooit een doel geweest. Toen ik als vijftienjarige mee mocht doen aan het WK Junioren in Frankrijk was dat wel een heel speciaal ding voor mij. We zagen het niet direct aankomen. Iedereen bij de vereniging wist dat we goed waren, maar dat we het WK zelfs zouden winnen… Het was zo’n geweldige ervaring. Dat is eigenlijk niet te beschrijven.”
Je was dus niet een van de grote favorieten op voorhand? “Volgens mij zeker niet. Ik had een aantal wedstrijden gedaan, ook internationaal, in België en Nederland en eentje in Frankrijk. Ik won daar wel of eindigde er hoog, maar op het WK komen mensen uit Amerika, Duitsland, Frankrijk, Zwitserland, enzovoort, terwijl Nederland een van de kleinere, mindere landen is, historisch gezien. Verwacht werd dat iemand uit Frankrijk of Duitsland zou winnen en daarom was het juist zo leuk dat ik won.”
Het winnen van WK-goud is eigenlijk niet te beschrijven, zeg je. Doe toch eens een poging? “Het was allemaal zo overweldigend, met zoveel emoties. Ik heb er een paar weken voor nodig gehad om dat te kunnen verwerken.
‘Ik ben eigenlijk altijd met voltige bezig’
Op het moment zelf besef je dat niet. Je neemt die medaille aan, staat daar samen met je longeur en deelt die geweldige ervaring. We hebben daarna op een wolk gezeten. Wereldkampioen is een behoorlijke titel en ik ben heel blij dat ik die titel heb kunnen winnen. Voor mezelf natuurlijk, maar ook voor onze vereniging en voor ons land. We hebben onszelf en Nederland in de voltige op de kaart mogen zetten. Dat is een hele eer.”
Dit jaar had je nog met de junioren mee mogen doen, maar je koos voor het senioren WK in Herning. Waarom? “Ik was net zestien geworden en mocht daardoor voor Nederland deelnemen aan CHIO Aken. We eindigden daar als tweede en waren gekwalificeerd voor het WK. Het was uiteindelijk mijn eigen keuze om te gaan, maar mede ook op advies van onze bondscoach (Claire de Ridder, red.). Het speelde mee dat er een landenwedstrijd was en door de aanwezigheid van springen en dressuur was dit WK een veel groter evenement. De bondscoach zei tegen me: ‘Je kunt prima meedraaien en juist nu die ervaring opdoen op zo’n grote wedstrijd.’ Het EK voor junioren was in Hongarije, dus ook vanwege de afstand voor de paarden was het fijner om deel te nemen aan het WK.”
We hebben Nederland in de voltige op de kaart mogen zetten. Dat is een hele eer’
Sam voltigeert meestal op zijn WK-paard Chameur.
En dan haal je als veruit jongste deelnemer een vijfde plaats als eindresultaat, opnieuw historisch voor Nederland. Hoe onwerkelijk was dat? ‘We gingen er vooral heen voor de ervaring en dan maar zien waar we zouden eindigen. Een tiende plek was misschien realistisch, maar om dan uiteindelijk twee ronden derde te staan en als vijfde te eindigen. Dat is… ja, hoe zal ik het zeggen? Ongelofelijk! Ik kon het wel sneller plaatsen dan vorig jaar. Na de eerste ronde, de plicht, had ik nog wel zo’n moment van ‘wow, ik kan hier misschien een medaille gaan pakken.’ Het was opnieuw een emotionele rollercoaster.”
Je hebt inmiddels naam gemaakt in je sport. Ervaar je daardoor meer druk of ben jij iemand die juist hierdoor groeit? “Je merkt wel dat er druk op je ligt, ook tijdens het WK. Ik ben de jongste, soms wel tien jaar jonger dan anderen. Maar ik laat het allemaal op me afkomen en zie het vooral als een mooie ervaring om deel te nemen aan zulke kampioenschappen. Het is mooi meegenomen dat ik dit mag meemaken. Ik heb ook een heel fijn team om me heen: mijn trainster, longeur en moeder. Zij hebben een hele goede instelling en zijn makkelijk op wedstrijd. Van nature ben ik zelf ook zo. Dat scheelt. Het mentale aspect is nu eenmaal heel belangrijk in de topsport.”
Je scores lopen hard op. Waar ligt voor jou de limiet en heb je nog zwakheden? “Het is lastig te zeggen waar de limiet ligt. Het is een jurysport. Persoonlijk denk ik dat ik op alle onderdelen wel goed ben. Het is nu vooral routine krijgen en zorgen dat ieder detail klopt, je nergens foutjes maakt en iedere oefening zo gecontroleerd is dat het als het ware vanzelf gaat en je er niet bij na hoeft te denken."
“Een zwakheid is dat ik niet zo lenig ben. Nu zullen mensen denken: ‘Huh, niet lenig? Jij bent super lenig!’ Maar dat is iets waar ik heel hard aan werk. Als jongen in deze sport is kracht minder lastig dan lenigheid. Dat laatste hebben meisjes van nature makkelijker. Ik train daar heel hard voor en ben daar bijna elke dag mee bezig. Ik ben eigenlijk altijd met voltige bezig. Als ik niet aan het trainen ben, ben ik wel bezig met filmpjes kijken of bepaalde dingen aan het uitzoeken. Voltige is mijn leven. Ik kan en wil ook niet anders.”
Je voltigeert solo en duo. Heeft een van de twee je voorkeur? “Nee, het zijn twee totaal verschillende dingen in onze sport. De solo is leuk omdat je helemaal vrij bent en geen rekening hoeft te houden met een andere persoon. Tegelijkertijd maakt juist dat een duo zo leuk. Je bent met zijn tweeën, in mijn geval samen met Elise van de Ven, en deelt heel de ervaring van trainen, nieuwe oefeningen bedenken en de uitvoering van een kür met elkaar.”
Sam: "Voltige is mijn leven. Ik kan en wil niet anders."
Rian Pierik is je vaste longeur. Hoe is haar rol in het succes? “Heel belangrijk. Zonder longeur kunnen we niks in de voltigesport. Het mooie aspect is de driehoek voltigeur, paard en longeur. Als voltigeur heb je je paard immers niet in je hand, voor veel ruiters een raar gegeven. Je vertrouwt dus volledig op je longeur en op je paard en moet hen ook dat vertrouwen geven. Ik vind dat heel mooi.”
Je voltigeert meestal op Chameur. Wat maakt hem zo goed en wat is het verschil met je andere paard Doemaar? “Chameur en Doemaar zijn beiden van de vereniging. Het is niet makkelijk om een keuze tussen de twee te maken. Ze zijn wel heel verschillend, maar allebei echt toppaarden. Champi had de voorkeur voor Herning. Ik ben het meest op hem gestart. We hadden het goud op het WK junioren al gewonnen en dus samen naam gemaakt. Dat telt allemaal mee. Maar ik zou zo een wedstrijd op Doemaar kunnen starten. Hij is net iets langer en heeft een wat andere rug. Ook zijn galoppade is anders dan die van Champi, dus dat maakt voor een voltigeur wel uit. Toch kan ik op alle twee prima voltigeren en heb ik mezelf aan beiden aangepast.”
‘Ik heb een heel fijn team om me heen; mijn trainster, longeur en moeder’
Wat zijn je dromen voor de toekomst? Je kunt nog zomaar tien jaar vooruit in je sport. “Voor mij is dit nog maar het begin. Ik begin me steeds meer te realiseren dat dit hetgeen is waarin ik verder wil. Ik wil hier echt voor gaan. We zijn nu voor de korte termijn aan het kijken in welke World Cups ik wil starten en mijn wens is om aan meerdere WK’s deel te nemen. Ik ben nog lang niet klaar!” <
Wil je weten wie Sams grootste supporter is, zijn voorbeeld in de sport, wat hij het liefste doet buiten voltigeren en wat hij zelf vindt van zijn bijzondere geboortedatum? Luister dan voor de antwoorden op deze en andere persoonlijke vragen naar onderstaande audio-opname.