Rowen op snelheid

De een is best gek van wielen en een voertuig, maar dan met de motor onder de motorkap. De ander ziet graag een parcours, maar dan ­tussen in plaats van over hindernissen. De ­verschillen lijken groot wanneer kersvers KNHS Talent ­Rowen van de Mheen een ontmoeting heeft met tweespanner Stan van Eijk, maar zijn ze dat ook?

Tekst Chris de Heer Beeld Remco Veurink

Op het indrukwekkende complex van ­Rowen van de Mheen kijkt Stan van Eijk zijn ogen uit. Alles op de stoeterij is tot in de puntjes verzorgd. De in oude stijl opgebouwde stoeterij is van alle gemakken voorzien. De thuisbasis van Van de Mheen maakt indruk op de Limburger die net tweeënhalf uur met zijn vrachtwagen vanuit Limburg naar Hoevelaken is komen rijden. ‘Wij zijn maar simpele jongens vergeleken met dit spel hier,’ lacht Stan naar Rowen, die op zijn beurt weer vol bewondering kijkt naar de vaardigheidskoets van de Limburgse tweespanrijder. De glimmend zwart gespoten bolide kan de springruiter wel bekoren. De schijfremmen en veren krijgen een grondige inspectie. ‘Hij ziet er snel uit Stan. Kunnen we hem zo ook even op snelheid testen?’ klinkt het met een knipoog.

SPECIALITEIT Voor dat laatste heeft Van de Mheen zijn ­springpiste speciaal omgetoverd tot tweespanarena. Op de perfect gemaaide grasmat te midden van het bijna 24 hectare grote domein vindt de disciplinewissel vandaag plaats. Stan van Eijk laat er geen gras over groeien en zet de springruiter in kwestie meteen aan het werk. ‘Als jij nu de pionnen eens meeneemt. En vergeet de bak met ballen niet!’ Op de grasmat worden diverse oefeningen uitgezet, terwijl de vlot pratende Limburger Rowen uitlegt wat dadelijk van hem wordt verwacht. ‘In onze discipline draait het om drie onderdelen, de marathon, de dressuur en de vaardigheid.

Vandaag laten we je kennismaken met het laatste onderdeel, tevens mijn specialiteit. De bedoeling is om de hindernissen zo snel mogelijk te nemen met zo min mogelijk strafpunten. Die krijg je wanneer je bij het passeren van de hindernis een bal afwerpt. In dat geval worden de strafpunten omgezet in tijd. Wie de snelste tijd heeft, wint het onderdeel.’ Een overeenkomst met de springsport, merkt Van de Mheen op. ‘Bij ons draait het ook om strafpunten en tijd. De balken moeten blijven liggen. Het maakt niet uit hoe je het doet, als je in de barrage maar de snelste bent.’

GEEN LUXE NODIG Als het parcours in gereedheid is gebracht, wandelt het duo terug naar de binnenplaats. Daar staan de twee paarden van Stan geduldig te wachten om te worden ingespannen. Op het gastadres steekt de vrachtwagen van Van Eijk af tegen de luxe accommodatie, al wil Van de Mheen daar niets van weten. ‘Met zo’n wagen kom je er ook. Ik vind het altijd heel knap hoe jullie zo volledig voor de sport gaan. Hoewel ik als springruiter weinig van mennen meekrijg, staat één ding me altijd wel bij. Er heerst een enorm fanatisme. Dat vind ik wel iets moois,’ laat de springruiter optekenen. Dat kan Stan van Eijk alleen maar beamen. ‘Voor mijn sport gaat alles aan de kant. Ik hoef geen luxe, maar ik wil wel meedoen. Met deze wagen kunnen we alles meenemen. Er is ruimte voor twee tot drie paarden. We kunnen binnen één koets laden en in de aanhanger kunnen we slapen en een tweede koets kwijt.’

WK Tweespannen

Equestrian Centre De Peelbergen is dit jaar gastlocatie van het wereldkampioenschap voor tweespannen. Van 8 tot en met 12 september komt de wereldtop naar Kronenberg om op de onderdelen dressuur, marathon en vaardigheid de strijd aan te gaan. Aanwezig is onder anderen regerend wereldkampioen Martin Hölle, die zowel in 2017 als 2019 de kampioenstitel greep. Namens Nederland is Stan van Eijk een van de grote ­kanshebbers. Hij werd op het recentste WK individueel derde. www.worldhorsedriving.nl

Wie is Rowen?

De 21-jarige Rowen van de Mheen is opgenomen in het KNHS Talententeam. In zijn carrière sprong hij naar EK-zilver bij de pony's, won hij bij de Junioren individueel goud en leverde hij een voorname bijdrage aan het teamgoud op het EK voor Young Riders. Het springtalent draait ook mee in het bouwbedrijf van zijn familie. Naast kantoorwerk is hij buiten als uitvoerder te vinden bij grote bouwprojecten.

Rowen: ‘In de mensport heerst een enorm ­fanatisme. Dat vind ik wel iets moois’

WK-PAARDEN Speciaal voor deze disciplinewissel heeft Stan twee van zijn WK-paarden meegenomen. ‘De een is al achttien jaar, een echte routinier en eigenlijk onmisbaar. Als je hem ziet, geef je er niet veel voor. Hij is klein, loopt wat stijf en had ook wel meer uitstraling mogen hebben, maar in het span is het een gouden paard. Zo intelligent. Hij weet zijn tekortkomingen met zijn brein te compenseren.’ Zijn andere paard springt met zijn uitstraling meteen in het oog. Hij maakt zich ingespannen voor de koets bijna eens zo groot. ‘Het is een dertienjarig dressuurpaard dat uiteraard voor het onderdeel dressuur wordt ingezet. Toch begint hij helemaal zijn draai in het span te vinden. Ik ga hem misschien ook voor de vaardigheid gebruiken. We mogen per wedstrijd één paard wisselen en dit kan wel eens mijn joker zijn op het WK dit jaar. Hij was in het begin niet gemakkelijk en snapte het spelletje niet zo goed, maar je zult straks zien dat hij heel veel van het andere paard oppikt. In het span begint hij echt een meerwaarde te worden

LACH OP JE GEZICHT Terwijl Stan de laatste handelingen aan het span verricht, staat Rowen te popelen om op de koets te stappen. Niet veel later zitten ze beiden op de bok en stuurt Van Eijk vakkundig naar de graspiste. Na een aantal touren is de lach nog altijd niet van het gezicht van Van de Mheen verdwenen. ‘Ja, dit is wel kicken hoor! Het voelt hier nog sneller dan het er vanaf de grond uitziet. Of ik straks ook zo veel controle heb? Dat ligt eraan of Stan ze goed genoeg voor elkaar heeft,’ klinkt het lachend. Wanneer van positie wordt gewisseld, krijgt Rowen de teugels in handen. De uitleg die volgt lijkt het springtalent ter harte te nemen. Het sturen is vergelijkbaar met de springsport, maar het grote verschil zit hem in de controle en het been geven. Dat wordt vanuit de bok met de zweep gedaan. Daarmee kun je de paarden bijsturen en attent maken en eventueel ingrijpen wanneer zeer kort moet worden gedraaid.

ZWAARDERE BALLEN Het duo maakt een eerste ronde over het grote veld om Rowen bekend te maken met het span. Eerst in stap en later in een vlotte draf rond de natuurhindernis die normaal gesproken dienst doet als pulvermann. ‘Dit is mooi!’ klinkt het vanaf de koets. Aan de hindernissen wordt niets veranderd. De afstand tussen de pionnen is nog altijd minimaal. Ook wanneer Rowen van de Mheen tussen de eerste poorten door stuurt, blijven de ballen gewoon op hun plaats liggen. ‘Op wedstrijd gebruiken ze vaak de lichtste ballen,’ licht Van Eijk toe, ‘maar in de training gebruik ik liever wat zwaardere.

Die rollen er minder snel af en dat scheelt werk. Het is ook wel lekker voor je zelfvertrouwen als alles op zijn plaats blijft liggen.’ Het lastigste onderdeel voor de springruiter is om de controle te bewaren, laat hij vanaf de koets weten. ‘Dit zijn sterke paarden. Je voelt dat ze heel goed de weg kennen. Ik hoef alleen maar bij te sturen. Gas geven is sowieso niet nodig. Het gaat vooral meteen heel snel. Die hindernis komt zo op je af. En zie dan nog maar eens te corrigeren! Laat staan om meteen weer om te draaien voor de volgende hindernis.’ Met wat hulp en aanmoediging van Van Eijk lukt het Rowen toch. ‘Je mag er best wat aan zitten. Niet te voorzichtig. Het moeten vooral duidelijke signalen zijn. Naar rechts is met je rechterteugel. Het buitenbeen hou je eraan door het linkerpaard met de zweep te attenderen.’

Stan: ‘Je mag er best wat aan ­zitten. Niet te ­voorzichtig’

Wie is Stan?

De 32-jarige Stan van Eijk hoopt dit jaar in eigen land toe te slaan. In Kronenberg staat het WK voor tweespannen op het programma. Na een derde plaats op het WK in Drebkau zijn de verwachtingen hooggespannen. Stan traint zijn tweespan ongeveer vijf maal per week. Hij steekt zijn overige tijd in de pension­stal en trainingen geven. Daarnaast helpt hij mee in het restaurant van zijn familie. Op het palmares van Stan prijken onder andere de Nederlands kampioenstitels uit 2014 en 2019. Met het Nederlandse team won hij onder meer de Nations Cup-wedstrijd in het Franse Pau.

ADRENALINEKICK Na wat oefeningen door de losse poorten beginnen ook de wendingen vloeiend te lopen. Op een cirkel pakt Van de Mheen zomaar drie hindernissen achter elkaar, zonder dat de ballen naar de grond komen. De lastige licht gebroken lijn over de lengte van de graspiste is het volgende onderdeel, dat na een minuut of twintig zonder problemen wordt genomen. ‘Die snelheid, daar doe je het voor,’ glundert Rowen van de Mheen nadat het duo in volle galop een slotronde heeft gemaakt. ‘Wij springruiters krijgen daar natuurlijk sowieso een adrenalinekick van. Bij ons draait alles om de snelheid. En dat is met mennen eigenlijk niet anders. Het valt me op hoeveel details er nog bij komen kijken. Ik heb volgens mij voortdurend met de rem erop gereden, anders gaat het meteen zo hard. In de laatste ronde merkte je hoeveel snelheid je zou kunnen maken. Dat vind ik er heel mooi aan. Ik kan me nu ook voorstellen dat een liefhebber heel enthousiast wordt en blijft. Het komt voor mij te vroeg in deze levensfase, maar mennen ga ik er zeker in houden.’ Dat kan Van Eijk alleen maar beamen. ‘Voor onze sport moet je een beetje ‘gek’ zijn. Het is hard werken. Daar staat financieel weinig beloning tegenover. Anderzijds doen we het allemaal omdat we helemaal gek zijn van het spelletje. De juiste paarden voor je span zoeken. Werken aan de ideale afstemming. En dan zo goed mogelijk voor de dag komen als het moet gebeuren. Twee jaar terug was ik er met een derde plek dichtbij. In theorie zijn de paarden waar ik nu mee naar het WK in Kronenberg ga, ervarener. Ik wil niet op de zaken vooruitlopen, maar ik hoop natuurlijk zo hoog mogelijk te eindigen. De concurrentie heeft vast ook niet stilgezeten, maar ik ben klaar om de strijd aan te gaan!’ <