Buitenrijden in de Loonse en Drunense Duinen
Dwars door het zand
Het is één van de weinige gebieden waar je stukjes mag struinen met je paard. In de Loonse en Drunense Duinen zijn de boswachters blij als er regelmatig een paard door het zand stapt. Zo draag je bij aan het behoud van dit stuifzandgebied.
Tekst Petra Strijdhorst Beeld Ruben Drenth
De avond voor de rit appte Anneke, eigenaresse van buitenritreserveren.nl: 'We vertrekken eerder als jou dat ook lukt.' Dat lukt zeker. En hoewel ik al om kwart over negen het terrein van pensionstal D’n Dries oploop, staan de Shires gepoetst en wel klaar. Ik weet hoe groot ze zijn, van een eerdere rit. En toch ben ik weer geïmponeerd door de indrukwekkende verschijningen. Met een gemiddelde schofthoogte van minimaal 1.85 meter is dit het grootste paardenras ter wereld. “Zadelen doe ik zelf, om zeker te weten dat alles goed zit. Check wel even je beugels”, zegt Anneke. Ze kent haar paarden door en door. Met een snelle zwaai legt ze het zadel voorzichtig op de rug van Chess, mijn ‘friendly giant’ van vandaag. Anneke heeft zeven Shires. “En de achtste is in de maak.” Een van haar paarden is drachtig.
LOONSE EN DRUNENSE DUINEN Na het opstappen, gelukkig met opstaphulp, vertrekken we linksaf, richting het natuurgebied Loonse en Drunense Duinen. Natuurmonumenten is al meer dan honderd jaar eigenaar van dit gebied. Er ligt een netwerk van ongeveer 130 kilometer aan ruiter- en menpaden. In het open stuifzand mag je zelf je weg bepalen. “Je helpt de natuur als je hier komt rijden”, vertelt boswachter Irma de Potter na afloop van de buitenrit. “We doen er alles aan om het zand vrij te laten stuiven in dit gebied. Paardenhoeven die door het zand lopen helpen daarbij.” Door de grote hoeveelheden stikstof vindt er al snel algengroei plaats in het zand. Die algen plakken de zandkorreltjes aan elkaar waardoor het minder goed kan stuiven. Hierdoor versnelt de ontwikkeling naar bos en verdwijnt het stuifzand. En ook de dieren die afhankelijk zijn van dit zand, zoals de levendbarende hagedis, zandloopkevers en nachtzwaluw. “Het is wel belangrijk dat je echt door het zand rijdt. De heidevelden en mostapijten mag je niet betreden. Dat is het broed- en leefgebied van zeldzame planten en dieren. Die kwetsbare natuur moet behouden blijven.” De vier Shires waar we vandaag mee onderweg zijn ploeteren dapper door het diepe zand.
‘Hun hoeven treffen de grond als tromgeroffel’
EEN BUITENRIT MAKEN IN DE LOONSE EN DRUNENSE DUINEN
Op de website buitenritreserveren.nl kun je zien wanneer er plek is om mee te gaan op een buitenrit met de Shires. Om mee te mogen moet je minimaal 16 jaar of ouder zijn, een gevorderde ruiter zijn en je mag maximaal 93 kilo wegen inclusief uitrusting. Je kunt kiezen voor ritten van 1,5 of 2 uur of voor een dagtocht. Anneke heeft haar paarden bij pensionstal D’n Dries staan. Op deze locatie is ook een hotel/restaurant waar je voor één of meerdere dagen terecht kunt met je eigen pony(‘s) en/ of paard(en).
HOE KOMT HET ZAND IN DE LOONSE EN DRUNENSE DUINEN? In de laatste IJstijd bliezen de poolwinden zand vanuit het noorden naar Brabant, waar het in dikke pakketten bleef liggen. Lange tijd was deze zandvlakte met oerbossen bedekt. Tot in de veertiende eeuw de bomen werden gekapt door mensen. Die gebruikten het hout als brandstof. De kale vlakte vulde zich met heide, waar de boeren hun vee op liet grazen. Deze intensieve begrazing en het plaggen van de bodem putte de bodem uit. Hierdoor kreeg het zand vrij spel. Lange tijd was het zand een groot probleem voor de bewoners. Dorpen en akkers dreigden eronder te verdwijnen. Er werden bomen aangeplant, die het oprukkende zand een halt moesten toeroepen. Daarvan zie je vandaag de dag nog de sporen: op sommige plekken zie je ondergestoven bomen die alleen met hun kruinen nog boven de zandheuvels uitpiepen.
(bron: Natuurmonumenten)
DE ROUTE Anneke rijdt voorop op Declan, haar nieuwste aanwinst. “Declan is vijf jaar en net onder het zadel. Bij de Shire van nu wordt meer gefokt op beweging, zodat ze beter geschikt zijn als rijpaard. Het waren trekpaarden. Sterke dieren die graag wilden werken. Toen dat werk verdween, stierf het ras bijna uit. De laatste jaren worden ze snel populairder. Voor mij zijn ze perfect. Net zo mooi als Friezen, met hun sokken, en net zo werkwillig als KWPN’ers.” Ik heb mijn handen vol aan Chess. Niet omdat ze druk is, maar omdat ze het liefst met lange nek loopt. Iets waar Anneke voor waarschuwt. “Als ze met hun hoofd naar beneden lopen dan gaan ze sjokken. Met de boomwortels hier bestaat de kans dat ze dan struikelen. Met een beetje pech kukel je er dan zo voorover vanaf.” Het is dus aan te raden om haar wat korter te rijden. Met wat teugelhulpen krijg ik haar zowaar netjes aan de teugel. Al kost het me wel wat moeite om het vol te houden. “Het blijven trekpaarden. Daarom neem ik ook nooit kinderen mee op een buitenrit. Het is toch tussen de achthonderd en duizend kilo paard waar je op zit”, vervolgt ze met een trotse blik op haar dieren.
‘Je helpt de natuur als je hier komt rijden’
HEERLIJK RUSTIG Na het zand rijden we het bos in. Het is tijd voor een drafje en een stuk galop. Juist bij deze gangen voel je de power van deze dieren. Hun hoeven treffen de grond als tromgeroffel. Het voelt alsof je op een comfortabele stoel zit. Wel eentje waar je benen net wat verder uit elkaar zijn dan gebruikelijk, waardoor je ook al weet dat je de volgende dag zéker spierpijn gaat hebben. Maar dat geeft nu nog helemaal niks. Met de wind door mijn haren voelt het nu alsof ik de hele wereld aankan. Zodra we in de buurt komen van een stuk waar ook wandelpaden in de buurt zijn, gaan we terug in stap.
Op deze donderdagochtend is het heerlijk rustig in het bos. De enkele wandelaar die we tegenkomen groet vriendelijk. “Het is nu heel rustig”, weet Anneke. “In de weekenden en in vakanties is dat wel anders.” Naast ruiterpaden zijn hier ook MTB-routes. “Als iedereen op z’n eigen pad blijft en elkaar respecteert dan zou het prima zijn. Maar ja, dat gaat weleens mis…” Er valt een veelbetekenende stilte. Langs het pad groeien wat plukjes heide die nog net paars kleuren.
SHIRES Anneke rijdt hier al sinds ze twaalf was. Ze is nu vierenvijftig. “Ja, ik ken hier goed de weg”, ze zegt het én bewijst het door naar achteren te roepen: “We gaan nu even slingeren om de ergste boomwortels te ontlopen.” Verderop komen wat stenen omhoog in het pad. Ze vraagt ons allemaal goed links te houden zodat de paardenhoeven er zo min mogelijk last van hebben. Het laatste stukje rijden we langs wat huizen terug naar de manege. Er komt een groep motorrijders op Harley’s aangereden over de verharde weg. Met armgebaren vraagt Anneke of ze zachtjes voorbij kunnen rijden, waarna ze onmiddellijk gas terugnemen. De paarden stappen rustig verder. Bij het passeren groeten we elkaar.
‘Het voelt alsof je op een comfortabele stoel zit. Wel eentje waar je benen net wat verder uit elkaar zijn dan gebruikelijk’
Zelfs met de stal in zicht blijven de dieren rustig. Eenmaal terug zadelen we ze af waarna ze naar het weiland mogen. Chess trekt een sprintje als ik haar loslaat. Na een korte sprint schudt ze zich uit. Het veulen dat ruim een jaar geleden werd geboren komt ook even kijken. “Mooi he”, verzucht één van de mederuiters. Het is genoeg voor Anneke om nog één keer trots over haar paarden te vertellen. “Het zijn allemaal paarden met een stamboom. Een echte Shire heeft vier witte benen tot aan de knie, aan de achterzijde oplopend. En ze horen een witte bles te hebben.” Lachend en nagenietend loop ik met nu al lichte spierpijn naar mijn auto. Het was absoluut een echte ervaring om op deze krachtpatsers rond te rijden door dit unieke natuurgebied. <
RUITERLABEL VERPLICHT
In de Loonse en Drunense Duinen is het ruiterlabel van Natuurmonumenten verplicht. Je kunt kiezen voor een dagpas of voor een label voor een jaar. Met de opbrengsten van de ruiterlabels onderhouden ze de ruiterpaden en beheren ze de omliggende natuur. Zowel de dagpas als het label voor een jaar zijn hier te bestellen.