INSTRUCTIE JOS LANSINK (+ video)
Dressuurmatig rijden in het parcours
Tempowisselingen, overgangen rijden, het paard actief houden en rechtrichten; het komt allemaal voorbij tijdens de springles die Team NL bondscoach Jos Lansink aan twee KNHS-leden geeft. Een goede dressuurmatige basis is namelijk superbelangrijk als je een parcours wilt springen.
Tekst Linde Peters Beeld Arnd Bronkhorst
De eerste combinatie is Mandy Deurloo (foto hieronder) met haar zelfgefokte, vijfjarige ruin Nadam (v. Vigo d’Arsouilles). Zij starten in de klasse 1.20 meter. Mandy geeft aan dat ze Nadam tussen de hindernissen wat netter en gecontroleerder zou willen rijden. “Hij helpt mij op kritieke momenten en ik zou hem graag willen helpen op momenten dat hij dit nodig heeft”, legt Mandy aan Jos uit.
RECHTE LIJNEN Ze beginnen met het losrijden. “Rijd mooie rechte lijnen en probeer in het begin niet te veel te doen, laat hem op eigen benen lopen”, zegt Jos. Nadam is wat fris. Mandy mag al vroeg galopperen om de spanning een beetje te laten afvloeien. “Het is allemaal nieuw voor hem, dus houdt het gemakkelijk. Blijf rechte lijnen rijden, zodat jouw paard recht onder je blijft.” Nadam is een groot paard en loopt graag wat op de voorhand. Jos laat Mandy enkele overgangen vanuit galop naar het halthouden maken. “Zet je handen wat hoger, zodat hij niet te diep gaat en meer zijn eigen balans vindt. Je moet wat meer voor je krijgen. En vergeet niet te belonen! Probeer met zo’n jong paard niet het gevecht aan te gaan. Je kunt nooit sterker zijn dan het paard, wel slimmer.”
‘Je kunt nooit sterker zijn dan het paard, wel slimmer’
OVERGANGEN Mandy moet gaan doorzitten, meer wisselen in haar tempo en veel overgangen rijden. Vanuit draf naar het halthouden, en vanuit galop naar draf en weer terug. “Hand, zit, been en mond: die vier dingen moeten iedere keer op elkaar inspelen.” Mandy krijgt Nadam al meer opgericht. “Heel goed”, complimenteert Jos. “Rijd nu eens in draf een linksomkeert. Vraag linkerstelling en geef rechterbeen. Vraag meer stelling aan de kant waar je naartoe gaat en probeer het paard recht te houden.” De rechtsomkeert gaat Nadam makkelijker af. “Probeer de linksomkeert nog eens in stap. Bij zo’n jong paard is het belangrijk dat hij goed begrijpt wat jij wilt. Beter even terug naar stap, dan te gehaast in draf.”
BALKJES Het is tijd voor drie balkjes op de grond. Mandy mag hier eerst in stap overheen en daarna in draf. “Probeer een goede wending te rijden en een mooie rechte lijn.” Nadam wordt door de balkjes steeds losser en meer ontspannen. “Probeer altijd om spanning en ontspanning met elkaar af te lossen. Hoe meer aflossing, hoe beter.” Als Nadam toch wat gespannen raakt, laat Jos Mandy weer in stap komen. Als dat goed gaat, mag ze vanuit galop aanrijden en na de balkjes een overgang maken. “Zo’n balkje op de grond lijkt gemakkelijk. Toch is dit het moeilijkste.
Nadam wordt door de balkjes steeds losser en meer ontspannen.
Nadam vindt dit lijntje nog wat spannend. Mandy moet hem van Jos iets meer tussen hand en been houden.
Op een hindernis komen paarden van nature al terug, maar voor een balk op de grond hebben ze geen respect en lopen ze altijd naar voren naartoe. Hierdoor moet je als ruiter meer inwerken. Tijdens het werk met balkjes zie je heel goed of je controle hebt, of niet.” Aan die controle wordt verder gewerkt bij de twee cavaletti. “Daarna maak je weer een overgang naar draf. Hoe meer overgangen, hoe meer controle je krijgt over je paard en hoe meer ontspannen hij wordt.” Mandy gaat daarna verder met de beige stijlsprong. “Houd je paard recht. Rijd voor de hindernis een rechte lijn, spring in het midden en ga na de sprong rechtuit.” Als Mandy deze hindernis een paar keer van beide kanten heeft gesprongen, gaat het steeds makkelijker.
BOVENLICHAAM Ze gaat verder met een lijntje van twee sprongen. “Dat zijn vier korte galopsprongen”, zegt Jos. Nadam komt de eerste keer in drie galopsprongen. “Durf te wachten. Houd hem nu meer tussen hand en been en laat die hindernis naar je toe komen. Deze hindernis is niet veel hoger dan een cavaletti. Galoppeer er ontspannen naartoe en geef je paard het vertrouwen. Dat wil overigens niet zeggen dat je niks moet doen. Maak verbinding en blijf je paard ondersteunen. Nu gaat het makkelijk in vier galopsprongen! Dat was voor een tien, perfect gereden”, is Jos enthousiast als Mandy de lijn een paar keer heeft gesprongen.
‘Hand, zit, been en mond: die vier dingen moeten iedere keer op elkaar inspelen’
“Je gaf aan dat je tijdens het springen iets te snel met je bovenlichaam naar voren gaat. Ga niet overrijden. Als je het paard overvalt met je bovenlichaam, raak je hem na de sprong ook kwijt. Zo’n lijntje is de perfecte oefening. Hier moet je de rust in jezelf houden. Blijf uitademen.”
KIJKERIG Op de lange zijde staan enkele hindernissen in een lijn achter elkaar. Nadam schiet een keer langs het hekje en de sloot. “Als je zulke hindernissen aanrijdt, en je paard is kijkerig, geef hem niet de kans dat hij er voorbij kan. Houd hem tussen hand en been. Dat wil niet zeggen dat je zwaarder moet gaan zitten, maar blijf wat meer terug in je bovenlichaam. Er is maar één weg en dat is die kant uit.” Vervolgens springt Nadam keurig de hele lijn heen en terug. “Oefen met dit paard thuis veel verschillende hindernissen, maar doe dit altijd met vertrouwen en niet te hoog. Blijf veel overgangen rijden en richt hem wat meer op. Als jouw bovenlichaam iets terug blijft, krijg je meer aanleuning en gaat het springen nog makkelijker”, geeft Jos als huiswerk mee.
ADVERTENTIE
Mandy krijgt in de les mee om haar bovenlichaam op de sprong iets meer terug te houden.
“Hoe eerder jij kijkt, hoe sneller je de wending kunt maken en naar de sprong kunt rijden”, leert Emmy van Jos.
MEER GRONDTEMPO De tweede amazone is Emmy Hermsen. Zij heeft de zevenjarige merrie La Baule B (v. Tangelo van de Zuuthoeve) zelf opgeleid en komt uit in het 1.35 meter en de M1 dressuur. Ze wil van Jos graag leren hoe ze kortere wendingen kan draaien in het parcours. Jos merkt tijdens het losrijden al direct op dat ze haar paard wat vlotter mag laten draven. “Meer grondtempo en zorg ervoor dat je een reactie krijgt als je been geeft.” Emmy moet iets van de hoefslag blijven. “Zo kun je goed controleren of je paard recht draaft. Kijk waar je naartoe rijdt en probeer een rechte lijn te rijden. Probeer altijd vroeg genoeg te kijken. Tijdens het springen is het ook: hoe eerder jij kijkt, hoe sneller je de wending kunt maken en naar de sprong kunt rijden.” Jos laat Emmy overgangen rijden vanuit galop naar draf en weer terug in galop. “Je hebt de teugels iets te lang en je paard wordt nu wat te braaf. Zet je handen iets hoger, en stel haar wat hoger in. Dan kun je straks makkelijker vanuit een wending naar een sprong toe rijden.”
HOEKEN RIJDEN Emmy moet La Baule in de rechtergalop op de volte naar buiten stellen. “Linkerstelling, rechterbeen. Zet je hand maar iets hoger. Goed zo! En nu terug in draf, en dan stel je haar op de volte juist wat meer naar binnen. Als jij de hand ontspant, moet jouw paard de hals als het ware langer durven maken.”
‘In het losmaken van het paard kun je nooit te veel overgangen rijden’
Emmy oefent het rijden van hoeken. Hierdoor wordt haar merrie actiever en losser in schouders en lendenen, wat positief doorwerkt op de sprong.
Dit gaat goed. Emmy stelt haar paard de ene keer op de volte naar buiten door, de andere keer naar binnen. “Nu gaan we een hoek rijden. Stel je eens voor dat hier een wand staat en je niet verder kunt. Maak het paard na de hoek weer recht.” Emmy oefent de hoeken eerst in stap en draf. “Het kan ook in galop, dan krijg je het paard nog veel meer onder je. Zo krijg je haar actiever en losser in de schouders en lendenen.”
KORTE BOCHTEN Jos geeft Emmy de opdracht om tijdens de eerste sprongen meteen te oefenen met het draaien van korte bochten. “Als je merkt dat je paard na de sprong een keer sterk is, maak dan gerust een overgang naar draf en galoppeer weer rustig aan. In het losmaken van het paard kun je nooit te veel overgangen rijden.” Emmy draait vanaf de linkerhand in een korte bocht naar een stijlsprong, landt rechtsom en springt de hindernis vanaf de achterkant opnieuw. “Rijd achtjes en blijf tussendoor goed kijken. Durf daarbij te wachten in je bovenlichaam. Jij rijdt in de bocht nu helemaal naar buiten, begin vroeg genoeg te draaien en laat de sprong naar je toekomen.”
‘Houd je paard recht en blijf op tijd kijken naar de volgende hindernis’
PARCOURS Nadat ze de korte bochten geoefend heeft, mag Emmy een paar keer een parcours rijden. “Let erop dat je de teugels niet te lang hebt. En houd grondtempo, zeker als de hindernissen wat hoger worden. Houd je paard recht en blijf op tijd kijken naar de volgende hindernis.” Jos is tevreden: “Jouw paard springt fijn!” Hij verhoogt de hindernissen tot zo’n 1.30 meter en Emmy mag opnieuw springen. “Zorg dat je boven de triple bar al kijkt waar je naartoe gaat. Blijf naar voren kijken, niet naar de grond.” Daarna komt Emmy nog een keer vanaf een rechtsomkeert naar de triple bar. “Nu wordt het moeilijker en komt alles nog sneller. Blijf kijken en houd een goed grondtempo.” Emmy sluit af met een korte bocht waarin ze moet draaien naar een stijlsprong met een sloot eronder. “Top, heel goed gereden Emmy”, besluit Jos tevreden. <
Jos gebruikt in zijn training veel losse drafbalkjes en cavaletti.
Over Jos Lansink In het Belgische Oudsbergen runt Team NL bondscoach Jos Lansink een sport- en trainingsstal. In 1988 brak de ruiter van Twentse origine internationaal door met het paard Felix. Na enkele Grand Prix-overwinningen kreeg de combinatie een plaats in het Nederlandse team en kwamen ze van start op de Olympische Spelen in Seoul. Daar werden ze individueel zevende. Lansink won twee keer brons op het EK: in 1989 in Rotterdam met Felix en in 1991 in La Baule met Egano. In La Baule won hij met het team bovendien zijn eerste internationale gouden medaille. Een jaar later was er opnieuw teamgoud tijdens de Olympische Spelen in Barcelona. In totaal kwam Lansink aan de start op zeven achtereenvolgende Olympische Spelen. In 1996 maakte hij de overstap naar Stoeterij Zangersheide in Lanaken en vijf jaar later nam hij de Belgische nationaliteit aan. Als Belg zette hij zijn successenreeks voort en werd hij in 2006 wereldkampioen met Cumano.
Op de coverfoto van dit magazine staat Jos met een van zijn dekhengsten: Chaudfontaine JL Z (v. Chacco Blue), gefokt uit de Nabab de Rêve-merrie Valentina van 't Heike, die onder Jos op het allerhoogste niveau sprong.
Bekijk de video!
Wil je Mandy en Emmy in actie zien? En meer leren van Jos Lansink? Bekijk de video!
Wat vonden ze ervan?
In deze audio vertelt TeamNL bondscoach Jos Lansink hoe de les is verlopen. Ook Mandy en Emmy geven achtereenvolgens hun reactie en vertellen waar ze thuis aan gaan werken.