Nieuwe disciplines ontdekken
Zij maakten de switch
Veel ruiters blijven trouw aan één of misschien twee disciplines waarin ze uitblinken. Dat kan ook anders, want er valt nog zoveel méér te ontdekken in de paardensport. Wij spraken drie amazones die een bijzondere ‘switch’ hebben gemaakt. Na een succesvolle wedstrijdcarrière in een bepaalde discipline hebben ze nu hun hart verloren aan een hele andere tak van paardensport.
Tekst Patricia Lourens Beeld Fleur Louwe, Nikki de Kerf, OdD Fotografie

Shelly Gribnau

Robin Simons

Irene de Wolf


NAAM: SHELLY GRIBNAU
LEEFTIJD: 30 JAAR
DISCIPLINEWISSEL: VAN MENNEN NAAR DRESSUUR
De 30-jarige Shelly Gribnau kreeg de mensport met de paplepel ingegoten. Het was als vanzelfsprekend dat ook zij de leidsels in handen zou nemen. Een lange mencarrière volgde, met successen tot aan internationaal niveau. Niet wetende dat ze juist op latere leeftijd de liefde voor de dressuursport zou ontdekken.
Shelly vertelt: “Mijn ouders waren altijd al actief in de mensport met hun eigen gefokte Haflingers. Als klein meisje ben ik begonnen met mennen met mijn Shetlanders en toen ik eenmaal oud genoeg was ben ik ook overgestapt naar de Haflingers. Ik reed voornamelijk in het enkelspan, maar soms ook tandem. Ik heb aan vele wedstrijden deelgenomen en was bijna elk weekend op pad. Heel soms stapte ik wel eens op mijn pony voor een ritje, maar dan vooral om lekker buiten door het bos te scheuren. Dressuur was niet aan mij besteed. Vervolgens kwam er een Arabier x Welshcob pony die ik naast het mennen ook geregeld onder het zadel ging rijden.
Ik ben zelfs flink wat kilo afgevallen om op haar te kunnen rijden. We hebben samen een paar B dressuurwedstrijden gereden maar dat bleek niet te werken. Ik was niet gewend om met mijn benen aanwijzingen te geven. Mijn menpony deed alles op stem, maar dat kan natuurlijk niet in de dressuuring. Dus hield het al snel op. Halverwege de twintig kwam ik mijn man tegen -die niet van paarden hield- en werd ik zwanger. Het mennen werd teveel en ik heb mijn pony en alle spullen verkocht aan een menner in Zweden. Na een tijd begon het toch weer te kriebelen en ging ik op zoek naar een braaf buitenrijpaard. Dat werd uiteindelijk een knappe achtjarige zwarte Jazz x Gribaldi merrie van 1.60m. Niet bepaald waar ik naar op zoek was, maar toen ik haar voor het eerst zag, zei ik direct ‘dat is mijn paard’. Ze was ontzettend wild en heet, maar ik heb altijd al vurige en pittige pony’s gehad dus dat was ik wel gewend. Het grappige is dat we na twee weken al onze eerste B dressuurwedstrijd reden. Tot aan de M ging het ons heel gemakkelijk af. Dankzij haar uitstraling en geweldige showdraf haalden we eenvoudig onze winstpunten. Maar de klasse Z viel behoorlijk tegen. Ik kwam erachter dat je bij appuyementen goed je benen moet gebruiken en dat vergat ik nogal eens.
Shelly:
‘Nog steeds vergeet ik wel eens mijn benen tijdens het rijden’
We hebben samen hard gewerkt en het kostte ons bloed, zweet en tranen, maar we zijn nu op de goede weg. Nog steeds vergeet ik wel eens mijn benen, maar we krijgen wekelijks les en ik leer haar steeds beter aan te voelen. Ik vind dressuurrijden met haar nu echt geweldig. Zij is voor mij een heel goed leerpaard. Ik moet nu zelf hard aan het werk en daardoor krijg ik ook een betere conditie. Vroeger had ik altijd een beeld van dressuurwedstrijden dat het vooral ‘kakkers’ waren die in de hogere klassen mee reden. Niemand leek me aardig, maar het tegenovergestelde is juist waar. Het is ontzettend gezellig op dressuurwedstrijden, dat had ik echt nooit verwacht. Ik mis het mennen helemaal niet. Heel af en toe ga ik nog wel eens kijken naar een menwedstrijd. Maar zelf mennen, nee dat niet meer. Mijn toekomst ligt bij de dressuur.” <

NAAM: ROBIN SIMONS
LEEFTIJD: 30 JAAR
DISCIPLINEWISSEL: VAN DRESSUUR NAAR EVENTING
Robin Simons ontdekte een aantal jaar geleden als succesvolle Grand Prix-dressuuramazone de wereld van de eventingsport. Deze carrièreswitch bracht veel nieuwe uitdagingen met zich mee. Door steeds weer haar grenzen te verleggen, rijdt ze inmiddels eventingwedstrijden op 2*-niveau.
“Als jong meisje wilde ik niets liever dan paardrijden, maar mijn ouders hadden helemaal niks met paarden. Ik ben begonnen op de manege en na lang zeuren kwam er eindelijk een E-pony voor mij en mijn zusje. In het begin reed ik daar veel dressuur mee, maar we maakten soms ook een uitstapje naar het springen en eventing. Het probleem bij de eventing was dat deze pony de hindernissen te spannend vond en niet alleen de cross in wilde. Dat werd op een gegeven moment niet meer leuk. Terwijl de dressuur daarentegen super ging. In twee jaar tijd waren we al Z-geklasseerd. Het was alleen maar logisch dat we daarmee verder gingen, zelfs tot aan de Grand Prix.
Ook in de jaren daarna heb ik met verschillende paarden voornamelijk dressuur gereden. Ik heb les gehad van een aantal fantastische trainers, waar ik ontzettend veel van hem geleerd, zoals Jeannette Bouwman, Adelinde Cornelissen, Johan Hamminga en Coby van Baalen. Naast de dressuur maakte ik soms een sprongetje voor de lol, maar daar bleef het wel bij. Ik had namelijk totaal geen oog voor de sprong. Ik was altijd aan het stuntelen met de afstanden tussen hindernissen. Ik vond het springen wel leuk, maar ik had er geen talent voor. Nadat ik de KNHS Instructeursopleiding ‘Wedstrijdsport’ had afgerond ben ik als bijbaan gaan lesgeven bij Manege ‘t Hoogt in Utrecht, een modern manegebedrijf met een gaaf crossterrein. Ik kreeg daar de kans om mee te doen aan een crosscursus. Met mijn springmerrie wilde ik vanwege haar geweldige bewegingen eigenlijk dressuur gaan rijden, maar het bleek dat ze van dressuur vooral heel dwars en nukkig werd. Toen ik haar meenam naar het crossterrein sprong ze direct vol gas met de oortjes erop alle hindernissen. Dat gaf een ontzettende kick. We gingen vaker oefenen en deden mee aan een oefencross. Het was net zoals met mijn eerste dressuurpony. Als je merkt dat het goed gaat en je hebt er lol in, dan ga je door en maak je snel grote stappen.
Robin:
‘Ik begin eindelijk meer oog voor de sprong te ontwikkelen’
We zijn begonnen in de B en reden na twee jaar onze eerste internationale 2* eventingwedstrijd in Maarsbergen. Dat had ik echt nooit verwacht, want ik moest steeds mijn grenzen verleggen. In iedere volgende klasse leken de hindernissen veel te gek en te hoog. Iedere wedstrijd weer raapte ik al mijn moed bij elkaar. Pas na vier keer parcours lopen dacht ik ‘dit kan ik wel’. Na jaren van trainen en lessen bij Gerd-Jan Horsmans begin ik nu eindelijk meer oog voor de sprong te ontwikkelen. Het was een lange weg en heeft me veel frustraties gekost. Mijn gebrek aan talent kan ik nu compenseren door alles wat me is geleerd en alle ervaringen die ik heb opgedaan. Dit wil ik blijven uitbouwen om verder door te groeien in de eventing. Daarnaast rijd ik nog regelmatig dressuur, ook wedstrijden. Het vormt voor mij de basis van elke discipline in de paardensport en in de opleiding van (jonge) paarden. Maar als ik zou móeten kiezen, zou ik absoluut zonder twijfel voor de eventing gaan.” <

NAAM: IRENE DE WOLF
LEEFTIJD: 60 JAAR
DISCIPLINEWISSEL: VAN DRESSUUR NAAR TREC
Irene de Wolf is al jaren op vele vlakken actief in de paardensport. Van dressuuramazone, dressuur- en springjurylid tot voormalig KNHS-ledenraadslid en regiobestuurder. Ze heeft alles wel gezien en meegemaakt. Toch ging er minder dan een jaar geleden een geheel nieuwe wereld voor haar open; die van de discipline TREC.
Irene: “Van alle leuke dingen in de paardensport, krijg ik ontzettend veel energie. Als ik iets doe, wil ik het ook goed doen en word ik heel fanatiek. In het verleden heb ik met veel plezier op hoog niveau in de dressuursport meegereden. De laatste jaren stond het wedstrijdrijden op een lager pitje vanwege mijn verschillende functies. Mensen willen graag zien hoe een jurylid of de voorzitter van de regio Utrecht presteert op een wedstrijd. Daardoor had ik altijd het gevoel dat er extra op mij werd gelet. Ondertussen ben ik nu op een leeftijd waarop je gaat nadenken ‘wat wil ik eigenlijk nog’? Wat zijn nog mijn doelen in de paardensport?
Daar moet ik heel reëel in zijn en dus hoort fanatiek dressuurwedstrijden rijden daar voor mij niet meer bij. Maar ik wil zeker wel actief blijven in de sport. Paardrijden is voor mij echt een stukje ontspanning. Zo kwam ik bijna een jaar geleden in aanraking met TREC en dat bleek direct een schot in de roos. Met mijn 17-jarige ZZ-Licht dressuurpaard rijd ik nu regelmatig TREC-wedstrijden en we vinden het allebei geweldig. Mijn paard is best pittig en kan heel spooky zijn, maar door alle vaardigheidsoefeningen en ritjes in het bos is hij veel dapperder geworden. Ik vind het heerlijk om gedurende een TREC-wedstrijd een heel weekend met mijn paard bezig te zijn. De sfeer op een wedstrijd is heel relaxt en je leert veel nieuwe mensen kennen. Ook ontdekken we prachtige natuurgebieden in Nederland waar je normaal niet met je paard mag komen. Voor een TREC-wedstrijd wordt door de betreffende instanties vooraf altijd toestemming verleend waardoor je soms ook van de reguliere paden af mag. Een TREC-wedstrijd bestaat uit drie onderdelen: een oriëntatierit (POR), een gangenbeheersingsproef en een obstakelparcours (PTV). Voor de oriëntatierit moet je binnen 20 minuten de route van de wedstrijdkaart overtekenen en vervolgens aan de hand van je eigen getekende kaart 20 tot 25 kilometer rijden.
Irene:
‘Door alle TREC-onderdelen is mijn paard veel dapperder geworden’
Dat komt heel precies want onderweg moet je langs verschillende controlepunten om alle stempels te halen. Ook is er veel aandacht voor paardenwelzijn, want je paard wordt gecontroleerd op diverse veterinaire keuringen. De TREC is heel toegankelijk voor veel ruiters en dat maakt het ook zo interessant. Iedereen met een gewoon goed getraind paard kan deelnemen, ongeacht ras of leeftijd. Het is een ontzettend leuke manier om lekker met je paard bezig te zijn. Ik doe vooral mee omdat ik het leuk vind, maar ik neem het wel heel serieus. Samen met een vriendin heb ik deelgenomen aan diverse TREC-wedstrijden en dat gaat best goed. Ook hebben we halverwege juli het NK gereden, waarvoor een open inschrijving gold. Dat was heel leuk om mee te maken. Ik blijf steeds op zoek naar nieuwe uitdagingen. Ons volgende doel wordt een internationale wedstrijd in België in heuvelachtig gebied waar we ons goed op moeten voorbereiden. Zo blijft er nog genoeg te leren en te ontdekken.” <