Hoge pieken en diepe dalen


Joyce Heuitink blikt terug op 2021

Voor para-dressuur bondscoach Joyce van Rooijen-Heuitink verliep 2021 sportief gezien zeer goed met als hoogtepunt het succes op de Paralympische Spelen. Dat Joyce daar stond is bewonderenswaardig. De sportieve successen werden namelijk overschaduwd door een gebeurtenis op persoonlijk vlak.

Tekst Bettine van Harselaar Beeld Arnd.nl, Jon Stroud

>> Joyce, het is voor jou in vele opzichten een heftig jaar geweest… ‘Van te voren had ik bedacht dat 2021 het hoogtepunt van mijn leven zou zijn. Een kindje was een lang gekoesterde wens en het was prachtig dat dat lukte. We waren iedere dag zielsgelukkig. Maar dat sloeg in één klap om naar zielsongelukkig, waarbij je eigenlijk niet eens meer weet wat gelukkig voelen is. Ons zoontje Bryan van bijna een maand oud overleed aan de gevolgen van een ernstige medische fout tijdens een hartoperatie. Wat mij heel erg geholpen heeft, is om me aan een doel vast te klampen. Op dat doel, Tokio, heb ik me helemaal gestort. Ik dacht: niets gaat mij daarvan weghouden. In dat opzicht heb ik me zo sterk mogelijk gehouden. Toen Bryan overleed op 1 mei was één week later de crematie. Daarna heb ik tegen mezelf gezegd: ‘Wat er ook gebeurt, ik ga een week rustig aan doen en daarna kijk ik of ik weer langzaam kan beginnen’. Die eerste week na de crematie konden we niks, maar ook echt niks. Daarna begon ik rustig met één à twee uurtjes per dag op stal. Het was heel lastig om weer ‘gewoon’ terug te komen in de maatschappij. Het waren simpele dingen, een uurtje de meiden hier op stal helpen, een keer met een paard wandelen. De week erna heb ik Gaudi Vita opgehaald, die stond bij Hans Peter Minderhoud tijdens mijn zwangerschap.

Ik was zo blij dat Gaudi er weer was, dan kon ik tenminste rijden. Ik begon met 5 à 10 minuten per dag. Gaudi is zo ongelofelijk lief, ik kon er eigenlijk gewoon weer alles mee, behalve dat mijn lijf nog niet meewerkte. Ik vond het heel fijn dat weer te kunnen doen, maar veel genoegdoening of plezier haalde ik er niet uit. Ik ben veel ’s avonds naar stal geweest, omdat ik dan alleen was. Dan kon ik alleen zijn met mijn emoties. Gewoon even ordinair paard knuffelen en in de stal zitten.’

>> De observatiewedstrijden voor Tokio kwamen héél snel daarna. Hoe heb je dat volgehouden? ‘Ja, dat ging heel snel. Het NK Dressuur was eind mei en daarna kwam de observatiewedstriid bij de Peelbergen. Ik dacht, dit moet ik wel doen. Dan heb ik weer iets om naar uit te kijken. Ik ben daar geweest en heb mijn uren al redelijk snel weer uitgebreid naar 80% en daarna fulltime werken. Het was heel fijn dat mijn man Simon mee kon naar deze wedstrijden, zodat ik niet alleen was ’s nachts, want dat kon ik nog niet. Mensen vroegen aan me: wanneer komt de klap? Ik dacht toen alleen: níet voor Tokio. En dat is ook gelukt. Ik ben vol energie naar Tokio gegaan en heb me daar 16 dagen lang echt vermaakt. We hebben een fantastisch kampioenschap gehad, de sfeer was goed, de prestaties waren super.

Ik ben veel ’s avonds naar stal geweest, dan kon ik alleen zijn met mijn emoties'

Maar toen ik thuis kwam was er een zwart gat. En dat was dieper en donkerder dan ik ooit had gedacht dat het kon zijn. Uiteindelijk ben ik eruit gekomen. Als iemand een touw in de put gooit, al is het maar een visdraad, dan moet je dat toch zelf aanpakken. Ik heb dat dunne visdraadje gepakt en mezelf weer uit de put getrokken. Iedereen wilde me helpen, maar uiteindelijk moet je het zelf doen.’

>> Hoe heb je er in Tokio toch kunnen staan? ‘Iedereen heeft op zijn eigen manier mij fantastisch willen helpen. Of dat nou een simpel appje is, of meer dan dat, iedereen is er op zijn manier voor je. Het was heel fijn dat ik via de KNHS bij NOC*NSF terecht kwam, zij hadden een psycholoog mee naar Tokio. Die was er niet alleen voor de sporters, maar ook voor de coaches. Ze vroegen of ik met haar in contact wilde komen en dat heb ik gedaan, voorafgaand aan Tokio en ook tijdens de Spelen. Ik had Simon op de achtergrond en vaak hingen we tot diep in de Japanse nacht aan de telefoon. Ook hielp het dat de sfeer heel goed was en dat mijn team fantastisch reed.’

‘Iedereen wilde me helpen, maar uiteindelijk moet je het zelf doen’

>> Had je een back-up, mocht het jou toch niet lukken om naar Tokio te gaan? ‘Ter plekke niet, maar op voorhand wel. Monique Peutz heeft voor mij alle covidtesten en andere nodige zaken ook gedaan. Als het bij wijze van spreken de ochtend van het vliegen niet goed ging met mij, dan was zij gegaan. Thuis hadden we ook afgesproken: als het niet goed zou gaan met Simon zou ik ook niet gaan. Want ik was natuurlijk niet de enige speler in dit verhaal. Dat vond ik een heel belangrijke voorwaarde.’

>> Wat waren sportief gezien voor jou de hoogte punten dit jaar? ‘Het hele kampioenschap in Tokio was eigenlijk een groot hoogtepunt. Het klinkt met al die medailles die we hebben gehaald misschien stom, maar ik had voor de groep op nog meer gehoopt. We gingen voor een gouden teammedaille en die hadden we zeker makkelijk kunnen hebben.’

>> Hoe ziet jouw toekomst als bondscoach eruit? ‘Aan het eind van iedere Olympische cyclus wordt dat opnieuw bekeken bij de KNHS. Dus ik kan daar eigenlijk nog geen antwoord op geven. Maar ik sta er uiteraard niet negatief tegenover om door te gaan. Inmiddels doe ik dit alweer negen jaar, we hebben tussen de zestig en zeventig medailles gehaald, denk ik. We doen dus met z’n allen wel iets wat werkt, het gaat hartstikke goed. Zonder dat ik mezelf daar een heel grote veer in wil geven, maar het circus draait en het draait de goede kant op.’

>> Hoe is de para-sport in de negen jaar dat jij bondscoach bent veranderd? 'Onherkenbaar. Toen ik begon in 2013 hadden we op EK in Herning een ploeg van vijf combinaties. Nu zijn dat er vier, het wordt selectiever. Ook als ik zie hoeveel combinaties nu in de kaders zitten, is dat een enorm verschil. Toen ik begon heb ik de kaderscores opgeschroefd naar 68% (A-kader) en 66% (B-kader). Dat gaat nu naar 74% en 72,5%. En dan heb ik nog steeds het maximale aantal van acht ruiters in het kader zitten. Er zijn veel grote wedstrijden bij gekomen, veel meer ruiters en meer fantastische paarden. Ruiters die bereid zijn er een realistische doelstelling van te maken om één van de besten van de wereld te worden. Het is echt vanuit de therapeutische hoek gekomen en naar de topsport gegaan.’

>> Hoe staat het met je eigen sportieve carrière? ‘Naast Gaudi Vita heb ik de driejarige Notoire ASD. Daarnaast staan er nog enkele paarden van klanten. Ik rijd er zo’n vijf per dag. De driejarige rijd ik ook zelf. Vroeger vond ik dat echt wel eens spannend. Dat wil niet zeggen dat ik het nu niet minder waakzaam ben, maar door wat er afgelopen jaar allemaal gebeurd is denk ik wel iets sneller; ach wat kan het ook schelen als ik een keer in het zand lig. Natuurlijk weet ik ook wel dat er nog steeds veel te verliezen is. Ik ben heel gelukkig met Simon, mijn beide ouders zijn er nog, ik heb een heel fijn bedrijf en veel lieve mensen om me heen. Maar nu denk ik, het ergste wat me kan gebeuren is dat ik eraf val. Daar dacht ik een halfjaar geleden wel anders over.’

De laatste maanden was het vooral therapeutisch paardrijden’

>> Gaan we je nog met Gaudi Vita in de baan zien? ‘Waarschijnlijk wel. Voor mijn zwanger­schap reden we consequent rond de 70% op kaderwedstrijden in de Grand Prix. De laatste maanden was het vooral mentaal therapeutisch paardrijden. Maar of ik nu nog ambities heb? Wel iets anders dan voorheen. Het trainen gaat goed en bij Gaudi is de rek er nog lang niet uit, maar het duurde gewoon lang voordat ik mezelf er weer in gevonden had. Nu begin ik voorzichtig weer aan starten te denken. Dat komt wel weer een keer terug, maar het afgelopen halfjaar vond ik het gewoon heel fijn om andere mensen te laten shinen, een soort compensatiegedrag denk ik. Als ik iemand blij kon maken was ik daar gelukkig mee. Maar bij mezelf was de emotie er een beetje af, maar dat komt ongetwijfeld wel weer terug.’

>> Hoe kijk je nu vooruit? ‘Ik vind het heel lastig om daar iets over te zeggen. We hebben nog steeds de wens om te ervaren hoe het ouderschap écht is, want dat hebben we helaas maar een maand mogen ervaren. Met veel prachtige momenten, maar ook veel zorgen en verdriet. Wanneer dat ons nog gegund is, daar hebben we geen idee van, maar wanneer het lukt zal dat de hoofdmoot van onze planning zijn.’ <