Balans is de
BASIS
Luc Steeghs fungeert tot eind 2021 als KNHS bondscoach springen bij de Junioren en Young Riders. Hij geeft in zijn hoedanigheid vele jeugdruiters instructie. Vandaag valt die eer te beurt aan Renske Bisschops en haar vriendin Britt Driessen.
Tekst Chris de Heer Beeld Diana Bloemendal
De 19-jarige Renske Bisschops verschijnt in de rijbaan voor de eerste les. Zij rijdt met haar zesjarige Kadonja R (v. Vittorio) op B-niveau. Het toeval wil dat bondscoach Luc Steeghs haar het weekend voorafgaand aan de les op concours aan het werk gezien heeft. Die aanknopingspunten worden vandaag meteen meegenomen. ‘Door aandacht te besteden aan de rijstijl kunnen er stappen gemaakt worden’, vertelt Steeghs. ‘We gaan kijken hoe we de rijstijl kunnen verbeteren. Om beter door het parcours te gaan én competitief te worden.' Luc polst waar de amazone moeite mee heeft. ‘Ik kan mijn paard soms wat lastig plaatsen. Dus eigenlijk met het rijden van afstanden’, klinkt het. Luc vraagt haar ook waar de ambities van Renske liggen. ‘Dat hoeft van mij niet per se het allerhoogste niveau te zijn. Al wil ik er binnen mijn mogelijkheden wel het maximale uithalen’, zegt Renske.
BASIS De klasse B vormt de basis voor alle stappen die daarna gemaakt kunnen worden. Juist een goede basis is in de ogen van de instructeur heel belangrijk. ‘Ook op een hoger niveau kunnen ruiters nog altijd stappen maken. Maar dat kan niet als er aan de basis belangrijke elementen zijn overgeslagen.’ Wanneer Renske haar paard los draaft, haakt Steeghs meteen in op haar rijden. ‘Probeer je onderbeen iets meer te gebruiken. Op die manier krijg je een gelijkmatiger tempo, zonder dat je aan de voorkant te veel probeert te regelen. Dat is een veelgemaakte fout. Ruiters denken vaak dat je het tempo aan de voorkant regelt. Ze nemen daar te veel controle, terwijl je daardoor vaak de balans uit je paard haalt.’ Renske heeft soms het gevoel dat Kadonja met de handrem erop loopt. Dat zit haar in het parcours dwars. Luc: ‘Wat ik vooral zie, is dat je paard te weinig constant is; dan weer wat te weinig en soms ineens te veel achter het bit. Daar gaan we aan werken, zodat dat jij het gevoel krijgt dat het vloeiender loopt.’
‘Jouw paard kan pas in balans lopen als jij in balans zit’
Luc adviseert Renske om nog meer tempo te maken. Vanuit haar onderbeen, zonder dat er aan de voorkant iets verandert. Wanneer de merrie meer op haar eigen benen loopt, mag de combinatie gaan galopperen. ‘Galop is de meest voorwaartse gang van een paard. En daarmee voor een springruiter de belangrijkste gang. Voor jou is het belangrijk dat je paard ‘vanzelf’ loopt. Daarvoor moet je het paard eerst voldoende loswerken. Zorg voor nageeflijkheid in de nek en het kaakgewricht, zodat het paard daarin ontspant. Vervolgens kan het paard jouw hand meenemen.’ Die aanleuning, het opzoeken van de hand, gebeurt volgens Luc te weinig. Daar kan veel verbetering behaald worden. ‘Rijd eerst naar voren en neem dan contact. Op een gegeven moment willen we dat het paard ervan zichzelf naartoe loopt. Simpel gezegd: we willen een constant tempo naar de aanleuning toe.’
BALANS De eerste springoefeningen bestaan uit basiswerk, het springen van twee cavaletti. Daarbij mag het ritme niet gestoord worden. ‘Probeer iets tempo te rijden. Dan zul je zien dat het rijden van afstanden makkelijker wordt. Op B-niveau redt een paard zich wel. Maar wanneer er dan al te veel controle door de ruiter gevraagd wordt, is de kans dat het paard uit balans raakt groot.’ Omdat het paard van Renske linksom iets fijner loopt wordt er op de makkelijke kant begonnen. ‘Want dan voel je jezelf als ruiter ook al meer comfortabel’, aldus Luc.
Britt (op het paard) en Renske (links) werken met Luc Steeghs aan de verfijning van hun rijstijl.
Het rijden van de juiste afstand vindt Renske soms lastig. Toch gaat dit gaandeweg de les steeds beter.
BEKIJK OOK DE VIDEO Wil je Renske en Britt in actie zien? Bekijk hier de les!
Bij het springen van de cavaletti draait het niet om de afstand, maar om de eenvoud. Een paard moet in de ogen van de bondscoach gemakkelijk door de baan gaan. Zonder langer of korter te worden. ‘Houd je onderbeen eraan. Geef daarmee aan waar je naartoe wil. Jouw paard kan pas in balans lopen als jij in balans zit. Naar dat moment moet je blijven zoeken. Jij bent geneigd om te veel je best te doen. Daardoor haal je het paard onbewust uit balans.’ Dit gebeurt wanneer Renske een aantal hindernissen springt. Wanneer ze haar afstand een keer mist, raakt haar paard uit balans. Hierdoor ontbreekt het ritme naar de opvolgende sprongen. Kadonja wacht niet meer, maar neemt het initiatief over. ‘Probeer haar de volgende keer iets meer te laten nageven. Niet te hard, maar in één tempo met een stille hand. Dus vanuit het onderbeen naar die hand toe.’ Wanneer het beeld er ontspannen uit ziet, geeft Luc aan dat de les er voor Renske op zit. ‘Nu liepen de wendingen veel mooier. Er was ook meer rust. Houd je hand in het vervolg wat hoger en stiller. En blijf met je onderbeen ondersteunen. Dan is je paard meer in balans en volgt er bijna altijd een goede afstand.’ Renske reageert na de les: ‘Het ging inderdaad makkelijker. Het gevoel was ook niet meer zo terughoudend. Ik heb nu geleerd om mijn paard met losrijden al meer naar de hand toe te rijden. Ook moet ik in het parcours minder regelen. Ja, ik had wel het gevoel dat ik dat de volgende keer weer zou kunnen!’
‘Als ruiter moet je alleen op de galop letten. Je zult merken dat de rest dan vanzelf komt’
DRESSUURMATIG OPLOSSEN Dan is het de beurt aan Britt Driessen en Interesting Grace (v. Quality Time). Britt rijdt op M-niveau en heeft als doel om door te stromen naar de KNHS Hartog Trophy. Dit is rijstijlcompetitie voor D-pony’s, Children, Junioren en Young Riders. Tijdens de competitiewedstrijden worden de combinaties beoordeeld door een rijstijljury bestaande uit topcoaches en/of ruiters. Britt heeft soms moeite om haar paard onder controle te houden. ‘Hij is snel gestrest en gespannen’, vertelt de amazone. ‘Toch moet je niet bang zijn om er toch een beetje aan te zitten’, reageert Luc. ‘Ook in de verzameling, die je nu in draf vraagt, moet je hem met je been van achter naar voor rijden.’ In de oefeningen die daarna volgen wordt er met name via tempowisselingen gewerkt aan het loswerken. ‘Veel dingen kun je dressuurmatig al oplossen, zodat je er met springen niet nogmaals tegenaan loopt. Bijvoorbeeld op twee teugels rijden en een beetje aanspanning vragen, zodat er druk op de teugel komt. Zodra je die druk voelt, kun je ontspannen. Ook met een ‘heet’ paard moet je invloed blijven uitoefenen, zodat hij nageeft en jij als ruiter weer kunt ontspannen.’ De mind-set van de ruiter is daarbij belangrijk. ‘Je moet niet tevreden zijn met: het gaat goed, want ik kan hem houden. Je moet mee zijn, meebewegen. Je onderbeen eraan houden. En via de nageeflijkheid de ontspanning zoeken. Als ruiter moet jij het paard vanaf de rug blijven bedienen.’
ONTSPANNEN Als Britt de cavaletti een aantal keer zonder problemen gesprongen heeft, roept Luc haar bij zich. ‘Afstanden zijn voor jou geen enkel probleem. Of het er nu acht of zes zijn, jij ziet dat heel goed. Waar je aan moet denken is een ontspannen houding.
Het paard van Britt is snel gestrest. Van Luc leert ze werken aan de ontspanning, maar Britt moet ook blijven inwerken met haar hulpen.
Britt: ‘Al na de dressuur had ik een meer ontspannen gevoel. Dat konden we tijdens het springen vasthouden.’
Probeer zelf zo licht mogelijk te zijn. De sprong is een voortzetting van de galop. Als dit soort oefeningen op lage sprongen goed gaan, dan komt het op een hogere hindernis ook wel. 'Een veelgemaakte fout is de verandering bij ruiters wanneer de sprongen wat hoger staan. Ze gaan ineens meer druk uitoefenen: geforceerd en zonder de gewenste ontspanning. Dat is vaak een teken dat er in de basis stappen zijn overgeslagen, en dat had voorkomen kunnen worden.’ Het paard van Brit gaat vrij gemakkelijk door het parcours, maar het valt op dat hij soms moeite heeft met de galopwissels. Britt neemt hem dan even terug om daarna weer in de juiste galop aan te springen. Dat levert haar een compliment op. ‘Als je voelt dat hij er heter van wordt als je toch een wissel wil proberen, is dit de perfecte manier. Maak het jezelf makkelijk door zoveel mogelijk ruimte te creëren. In de wending heb je vaak even tijd. Pak hem terug en zet hem weer in galop. Zoek de verbinding van achter naar voor en probeer dan weer te ontspannen. Daarnaast moet je proberen het paard het werk te laten doen. Als het wat hoger is, hoef je niet per se te veranderen. Als ruiter moet je alleen op de galop letten. Je zult merken dat de rest dan vanzelf komt.’
RIJDEN MET EEN PLAN Britt rijdt nog een keer door het parcours en krijgt een goedkeurende blik. ‘Je houdt je onderbeen er nu veel mooier aan. Daardoor krijg je iets meer aanspanning en gaat het paard ook beter landen.
‘Ook op een paard dat voorwaarts is, moet je proberen in te werken’
Nu pakt jouw paard automatisch de goede galop, terwijl dat in het begin nog een aantal keer wisselde. Je rijdt nu met een plan. En als je een plan hebt, kun je dat uitvoeren!’ Als de hindernissen nog eenmaal opgetrokken worden, staat er een parcours op hoogte van 1,20 meter. De oxer en dubbelsprong ogen al behoorlijk. Maar Britt heeft daar geen problemen mee. ‘Mijn paard gaat altijd af. Dat vertrouwen geeft hij je als ruiter.’ Als Britt na haar parcours naar Luc toestapt, wordt er voor de laatste keer geanalyseerd. Als de amazone gevraagd wordt wat haar bijgebleven is, volgt er een duidelijk antwoord. ‘Al na de dressuur had ik een meer ontspannen gevoel. Dat konden we tijdens het springen vasthouden. De juiste ondersteuning van been naar hand. En als mijn paard ontspant, moet ik mijn hand ook leren ontspannen.’ Op dat laatste haakt de instructeur in. ‘Ook op een paard wat voorwaarts is, moet je proberen in te werken. Met de juiste ondersteuning en de juiste balans ga je op zoek naar de juiste bediening. Van achter naar voor nageeflijkheid creëren, zorgt voor een betere sprong. En op die sprong moeten paard en ruiter in balans zijn. Dan maakt het niet meer uit of het nu hoog of laag staat. En of iemand nu B of M rijdt. <
Wie is Luc Steeghs?
Luc Steeghs is tot eind 2021 de KNHS bondscoach springen Young Riders en Junioren. Luc is nog steeds zelf actief als wedstrijdruiter. Hij bracht vele jonge paarden met succes uit in nationale competities en de wereldkampioenschappen voor jonge paarden. Ook is hij al vele jaren trainer bij het KNHS Talentenplan.