Hoeveel ENERGIE heeft je sportpaard nodig?

Elk paard haalt energie uit zijn voeding. Hoe meer van hem wordt gevraagd, hoe meer kracht en energie hij nodig heeft. Internationale ­energierichtlijnen maken het makkelijker om te bepalen hoeveel precies.

Tekst Veerle Vandendriessche Beeld arnd.nl

Het antwoord op de vraag welk paardenvoer je het beste kunt voeren om aan zijn energievraag te voldoen, verschilt per paard. Ieder paard is uniek en heeft een unieke voedingsbehoefte. De basis van ieder paardenrantsoen staat wel vast: ruwvoer, ruwvoer en nog eens ruwvoer. Zo’n 70 tot 100% van een paardenrantsoen bestaat uit gras, hooi of kuil. Dat geldt ook, of misschien wel juist, voor sportpaarden. Ruwvoervezels zijn de allerbelangrijkste energiebron. Als jullie fanatiek rijden en (top)sport bedrijven, is ruwvoer alleen vaak niet genoeg. Je paard heeft dan extra eiwitten en energie nodig om het werk vol te houden en zijn spieren te ondersteunen. De hoeveelheid energie en eiwitten moet zo veel mogelijk zijn afgestemd op de behoefte van je paard. Als je minder voert dan je paard eigenlijk nodig heeft, is het effect te laag. Als je meer voert, kan je paard de energie niet kwijt en wordt dikker of heter of beide.

GENOEG ENERGIE? Een paard dat de optimale hoeveelheid energie uit zijn voeding haalt, werkt graag mee en heeft genoeg ‘go’ zonder nerveus te zijn. Paarden kunnen sloom of lusteloos worden als gevolg van de ruiter, maar als deze eigenschap ineens optreedt, kan verkeerde voeding een oorzaak zijn. De timing van voeren en trainen is daarbij een aandachtspunt. Het advies is minstens twee uur tijd tussen krachtvoer en werk in te bouwen. Het is ook mogelijk dat het paard gewoon te weinig energie heeft of dat het lichaam overbelast is door verkeerde voeding en alle energie voor de spijsvertering moet worden gebruikt. Soms is het lastig te achterhalen welk rantsoen voor jouw paard het optimaalst is. Bij twijfel kun je altijd een veterinair of een voedingsspecialist raadplegen.

DRIE ENERGIENIVEAUS

In de paardensport kennen we drie energieniveaus of energy levels: low, medium en high. Deze zijn gebaseerd op de internationale energierichtlijnen van de NRC en het CVB, die in de paardensport worden gebruikt. De energiebehoefte van een paard hangt af van de hoeveelheid arbeid, van hoe intensief hij wordt getraind, de kwaliteit van het ruwvoer en zijn leeftijd en gewicht. Onder trainen valt alle bewuste beweging, dus bijvoorbeeld ook longeren en in de stapmolen lopen.

Energy level low: minimaal 3 dagen per week zo’n 30-60 minuten training op licht niveau (B/L), die voornamelijk bestaat uit stap- en drafwerk met een beetje galop.

Energy level medium: minimaal 3 dagen per week zo’n 30-60 minuten training op midden tot zwaar niveau (M-ZZ), waarbij het overgrote gedeelte van de training wordt gedraafd en met ongeveer evenveel stapwerk als galopwerk.

Energy level high: minimaal 3 dagen per week zo’n 30-60 minuten training op zwaar tot zeer zwaar niveau (nationaal, internationaal, Lichte Tour, Grand Prix), waarbij de training naast het instappen en uitstappen voornamelijk uit draf- en galopwerk bestaat. Op www.pavo.nl/energie ontdek je met een test welk energieniveau bij jouw paard past