Maikel van der Vleuten

‘HET IS ZO MOOI ALS PAARDEN HET SPELLETJE SNAPPEN

Zijn beroemde Verdi ging met pensioen, maar Maikel van der Vleuten behield ‘gewoon’ de aansluiting met de wereldtop. Allereerst dankzij de eigen ruiterkwaliteiten, maar zeker ook dankzij het team om hem heen. We spraken met Maikel over de voor hem belangrijke personen, zijn huidige toppaarden en de ambities in dit bijzondere olympische jaar.

Tekst Peter van Pinxteren Beeld Sushilla Kouwen

Afgelopen jaar is van de inkomsten van prijzengeld plusminus 10% overgebleven’

> Maikel met Idi Utopia, een van zijn internationale sportpaarden.

Hoe is het laatste jaar, waarin de ­inter­nationale wedstrijdsport ­behoorlijk overhoop is gegooid, voor jou ­verlopen? 'Toch wel heel anders dan het leven dat ik gewend was, maar in principe geldt dat voor iedereen. Eerst vlogen we week in, week uit overal naartoe. Het afgelopen jaar zijn de wedstrijden, waar normaal gezien de centjes te verdienen zijn, allemaal weggevallen. Links en rechts is er wel een grotere wedstrijd geweest, maar, zoals aangegeven, niet zoals we gewend waren. Ik denk dat als je het vergelijkt met normaal en kijkt naar de inkomsten van prijzengeld, er plus minus 10% van over is gebleven. Ik moet zeggen dat we wel altijd onze concoursen redelijk hebben kunnen rijden tijdens ­corona. Hier over de grens in Lier en op Sentower Park waren altijd wel tweesterrenconcoursen gaande. We hebben de paarden dus kunnen uitbrengen, maar die toppaarden horen eigenlijk op andere concoursen thuis. De moeilijkste periode was tijdens de uitbraak van het rhinovirus. We moesten simpelweg thuisblijven. Het is niet anders. Je past je gewoon aan aan de omstandigheden. Ik ben afgelopen jaar meer thuis geweest en heb wat meer de focus op de jonge paarden gehad. We hebben er het beste van gemaakt.’

Over de geblesseerde schimmel Dana Blue: ‘Haar herstel heeft tijd nodig’

Meer thuis zijn kwam misschien niet eens slecht uit. Je bent voor de tweede keer vader geworden. ‘Ja, geweldig. We hebben onze tweede dochter gekregen, Sophie. De zwangerschap is pittig geweest voor mijn vriendin Rachel, maar gelukkig is alles goed gegaan. En ook Liza is natuurlijk heel blij met haar kleine zus. Hoewel ik graag op concours ga, ben ik ook altijd heel graag thuis. Als we een normaal weekritme hebben met de concoursen dan zijn maandag, dinsdag en woensdag de dagen dat ik thuis ben. Naast tijd voor het gezin en de paarden geef ik, als er vraag naar is, op dinsdag en woensdag wat les. Op woensdag vertrekken in principe mijn wedstrijdpaarden naar concours en ik volg zelf de dag erna.’

Paarden als Verdi en ­Beauville ­ willen graag de ring in’

Maikel van der Vleuten (1988, Geldrop) kreeg paardrijden met de paplepel ingegoten van zijn vader Eric. Het KNHS Talent van het Jaar 2006 en 2010 nam in 2011 met zijn vader deel aan het EK Springen bij de Senioren. Zes jaar achtereen waren Maikel en Verdi TN een vaste kracht voor Nederland op de grote kampioenschappen, een unieke prestatie, ook wereldwijd, die teamgoud op het WK in Caen 2014 en EK in Aken 2015 en teamzilver op de Olympische Spelen van Londen 2012 opleverde. Voorheen werd Maikel ondersteund door de VDL Groep van Wim van der Leegte en tegenwoordig door Marta Ortega, dochter van Amancio Ortega, de eigenaar van onder meer kledingketen Zara.

Je vader start ook nog op het hoogste niveau. Hoe bijzonder is dat eigenlijk om nog altijd samen met je vader te rijden? ‘Daar sta je eigenlijk niet zo bij stil dat dat bijzonder is, maar dat klopt wel. Ik vind het mooi dat we dat nog een aantal jaren samen op niveau kunnen doen. Mijn pa is 57. Hij hoeft niet meer iedere week naar die grote wedstrijden toe, maar zolang hij een paar fijne paarden heeft, is hij er nu en dan bij. Hij rijdt gewoon nog heel graag en blijft zo van heel dichtbij bij de sport betrokken. Voor mij is het alleen maar goed als hij er af en toe bij is. Hij geeft kleine aanwijzingen en heeft oog voor bepaalde details.’

Het rijden hoeft hij je al lang niet meer te leren, maar dan blijft het toch fijn dat hij vanaf de kant meekijkt? ‘Ja, precies. Door de jaren heen heb je zelf wel een duidelijk beeld gekregen hoe het management van je paarden en je stal werkt. Dat heb ik goed van hem over kunnen nemen, maar dan blijven er altijd kleine dingen om aan te werken. Dat was zo, dat is zo en dat blijft zo. Het werkt goed met ons tweeën en hopelijk blijft deze situatie zo. Ik zou niet weten waarom niet.’

Dit seizoen staat in het teken van de Olympische Spelen. Met Dana Blue heb je op het EK in Rotterdam kampioen­schapservaring op gedaan. Nu is ze echter geblesseerd. Hoe vervelend is dat richting Tokio of had je op voorhand al op Beauville ingezet? ‘Beauville was inderdaad mijn eerste ingeving, omdat ik denk dat, als hij de juiste vorm heeft, hij zeker zo safe is als Dana Blue. Nu heeft zij wel twee jaar meer ervaring en is ze altijd een paard geweest dat inzetbaar was en haar ding deed. Als ze een keer een nerveuze dag had, kon ze ook zomaar twee fouten krijgen, maar ze was hoe dan ook inzetbaar geweest mocht het nodig zijn. Helaas zit dat er nu niet in.'

Wat ging er precies fout met haar en hoe is het nu met Dana Blue? ’Het gebeurde tijdens de warming-up voor de Global Tour-wedstrijd in Doha. Het ging fout op de laatste dubbelsprong. Ik had meteen door dat ze pijn aan haar voorbeen had. Ze bleek een botje in de voorknie beschadigd te hebben. Verschrikkelijk was dat. Ik heb er een aantal nachten slecht van geslapen. We hebben besloten haar te laten opereren. Dat is heel goed verlopen en het is goed dat we dat hebben gedaan.'

'Het had anders misschien ook kunnen genezen, maar dan ben je meer op goed geluk aan het gaan. Ook dan hadden we negen maanden herstel nodig gehad en was het afwachten of het weer op de juiste plek aan elkaar zou groeien. Het gips is er inmiddels af en dat is nu een dikke bandage geworden. Het been kan weer lichtjes buigen, maar het heeft tijd nodig. We hebben gedaan wat we konden doen. Mocht het in de sport straks niet meer functioneren, dan is ze in ieder geval in orde om de wei op te gaan, eventueel voor de fokkerij.'

Beauville Z heeft zich net als Dana Blue bewezen op het hoogste niveau. Je won vorig jaar nog met hem het alternatieve CHIO Aken. Wat zijn zijn specifieke kwaliteiten? 'Graag nul willen springen. Dat is altijd al geweest, zolang als ik hem rijd.

Hij springt misschien af en toe een keer naar links of zus en zo in de manieren, maar als je zijn nulrondjes ziet, springt hij er gewoon heel veel. Dat is echt een kwaliteit. Hij wil het graag, kan makkelijk breed springen en is een paard dat altijd in verband blijft, zoals we dat zeggen. Dat is niet vanzelfsprekend. Er zijn paarden die bij een open afstand of als ze wat meer uit elkaar bij de hindernis uitkomen een beetje een verloren sprong krijgen. Bij Beauville is dat niet snel het geval. Vorig jaar in augustus vond ik hem even niet helemaal zoals hij moest zijn. Hij heeft toen twee maanden geen concours gelopen en daarna heb ik hem weer rustig opgetraind. In de eerste maanden van dit jaar heb ik vrij veel met hem gesprongen, maar niet hoog, zodat zijn lichaam weer fit en sterk kon worden. Nu is het de bedoeling dat hij laat zien weer op niveau te zijn en dan hoop ik op een selectie voor een van de landenwedstrijden om te kijken hoe hij ervoor staat.’

> Maikel met Idi Utopia, een van zijn internationale sportpaarden.

Je bent groot geworden in de sport met Verdi TN. Als we Beauville met hem vergelijken wat zijn dan overeenkomsten en verschillen? ‘Het zijn twee verschillende paarden, maar alle twee paarden die het goed voorhebben met de ruiter. Wat ik daarmee bedoel? Nou, die paarden willen graag de ring in. Dat had Verdi en dat heeft Beauville ook. Zulke paarden voelen het als je richting het einde van de warming-up gaat. Dan weten ze wat er gaat gebeuren. Ze trekken dan als het ware al naar de ring toe. Dat vind ik echt mooi als paarden die instelling hebben en het spelletje snappen. ‘Beauville is misschien nog wat vlugger van nature en loopt wat meer opgericht, alleen het gemak waarmee Verdi altijd sprong, dat is niet makkelijk te evenaren. Dat was ook de reden waarom hij zo lang in de sport heeft gelopen. Hij heeft een prachtige carrière gehad en staat nu bij mede-eigenaar Team Nijhof. Dat is net zo makkelijk. Hij kan er lekker de wei op en ze kunnen daar het makkelijkst de fokkerij met hem regelen. Verdi blijft altijd belangrijk voor mij, maar als we hem hier hadden staan, is de aandacht toch vooral gericht op de sportpaarden. Bij Nijhof staan meer oudere hengsten. Ze worden daar uitstekend verzorgd.’

Heb je nog nakomelingen van Verdi waar je mee springt? ‘Op dit moment niet. Ik heb wel een paar nakomelingen van hem gereden. Fijne paarden, maar die hebben we ook weer verkocht. Mijn broertje rijdt wel een goedgekeurde zoon van Verdi. Dat is een hoopvol paard. Hij heeft veel van Verdi weg, maar is nog jong. We hebben trouwens Dana Blue gedekt met Verdi. Dat is interessant. Een mooie combinatie, tenminste op papier. Het blijft altijd afwachten in de fokkerij.’

Je noemt je broer Eric jr. Hoe is zijn rol op Stal Van der Vleuten? ‘Mijn broer heeft twee paarden waar hij op tweesterren niveau mee kan rijden, maar hij richt zich hoofdzakelijk op de vier- en vijfjarigen. Ik denk dat het zo het mooiste in het plaatje past. Hij heeft vooral de focus op de jonge paarden, doet links en rechts wat handel, zoekt talentvolle paarden en is dus ook actief in het bedrijf.'

’ Je hebt in je team nog meer mensen om je heen naast je vader en broer. Wie zou je eruit willen lichten? ‘Marta Ortega, mijn sponsor voorop. Ze is zelf niet meer actief als ruiter en helpt ons waar mogelijk om paarden te behouden. Zo heeft zij voorheen de andere helft van Dana Blue van haar fokker Paul Bocken overgenomen. Het is inderdaad bijzonder dat zij als Spaanse dit doet. Mijn vader is ooit begonnen met haar te trainen en daar is op den duur een heel goede band uit ontstaan. Dat is dus een belangrijk persoon, maar om alles goed lopende te houden heb je een nog groter team nodig. Mijn familie speelt daarbij een grote rol. Voor mij zijn opa en oma Van den Boogaard altijd heel belangrijk geweest. Zij hebben veel mogelijk gemaakt. En achter de schermen is mijn moeder dag en nacht bezig en ook mijn vriendin, die al het papierwerk doet. Denk bijvoorbeeld aan het inplannen van de vluchten, aanvragen van concoursen, het regelwerk met paardenpaspoorten of planning van de vrije dagen van het personeel, ook allemaal mensen waar je op stal niet zonder kunt. De topsport is een mooi spelletje, maar er komt wel bijzonder veel bij kijken.’ <